Uitspraak
mr. M.M.J.F. Sijben, kantoorhoudende te Heerlen,
mr. I. Swennen, kantoorhoudende Maastricht.
1.Het verloop van het geding
2.Feiten
Ofwel zijn functies onderling uitwisselbaar,
Ofwel zijn functiesnietonderling uitwisselbaar en dan zijn ze uniek.
De functies vergelijkbaar zijn voor zover het betreft de inhoud van de functie, de voor de functie vereiste kennis, vaardigheden en competenties, en de tijdelijke of structurele aard van de functie, en
Het niveau van de functie en de bij de functie behorende beloning gelijkwaardig zijn.
De nieuwe functie is onderling uitwisselbaar met de vervallen functie. Dan moet de toekenning van de functie gebeuren via omgekeerd afspiegelen;
De nieuwe functie is niet onderling uitwisselbaar met de vervallen functie en er komen ook geen delen van de vervallen functie terug in de nieuwe functie. Er moet dan beoordeeld worden of de nieuwe functie een passende functie is en toewijzing gebeurt op basis van “meest geschikt” voor de functie. Een “passende functie” is een functie die aansluit bij de opleiding, ervaring of capaciteiten van de werknemer (art. 9 Ontslagregeling) of waarvoor iemand binnen een redelijke termijn met behulp van scholing geschikt zal kunnen zijn. Er wordt dus – in tegenstelling tot bij uitwisselbare functie – gekeken naar de subjectieve/persoonlijke mogelijkheden van een werknemer.
De nieuwe functie is niet onderling uitwisselbaar met de vervallen functie, maar er komen wel delen van de vervallen functie terug in de nieuwe functie. Indien er meerdere boventalligen zijn waarbij een deel van de werkzaamheden van de vervallen uitwisselbare functie wordt voortgezet in een nieuwe functie, dan moet er worden beoordeeld voor welke boventallige medewerkers deze nieuwe functie als passend wordt gezien. Vervolgens moet er dan niet worden geselecteerd op basis van ‘meest geschikt’ maar op basis van omgekeerd afspiegelen (als er meer werknemers geschikt zijn voor de nieuwe functie dan het aantal functieplaatsen). De werknemer die geschikt is om de functie te vervullen en die op basis van het afspiegelingsbeginsel als laatste voor ontslag in aanmerking zou komen, maakt als eerste aanspraak op herplaatsing in de nieuwe functie waarvan een deel van de werkzaamheden overgaat naar de nieuwe functie.
3.De gronden van de beslissing
voorgenomenimplementatie. Ook daaruit volgt dat het besluit al genomen was. Alternatieven zijn onvoldoende onderzocht. De ondernemingsraad is daarnaast onvoldoende geïnformeerd in het voortraject en er zijn geen afspraken met de ondernemingsraad gemaakt over de wijze waarop hij betrokken zou worden bij de besluitvorming.
toegewezenaan werknemers, zonder dat eerst een belangstellingsmeting onder de werknemers is uitgevoerd. Dit strookt niet met het geldende wettelijke kader. Volgens de uitvoeringsregels van het UWV moet een werknemer kennis kunnen nemen van vacatures binnen de onderneming en de groep. De openstaande en nieuwe functies moeten voor alle werknemers worden opengesteld en er moet een belangstellingsmeting plaatsvinden.
Kon het advies van wezenlijke invloed zijn op het te nemen besluit
’.Uit de adviesaanvraag (zie 2.7) volgt verder dat alternatieven wel zijn onderzocht, maar dat geen betere alternatieven voorhanden waren die tot dezelfde resultaten zouden leiden.
Herplaatsingsproces
Ontslagvergoeding