ECLI:NL:GHAMS:2022:2886

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 september 2022
Publicatiedatum
10 oktober 2022
Zaaknummer
200.296.167/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over begroting van onderzoekskosten in een vennootschapsrechtelijke procedure

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 5 september 2022, wordt de begroting van de onderzoekskosten in een vennootschapsrechtelijke procedure behandeld. De zaak betreft een verzoek van [A] tegen ICTS International N.V. en Spencer Corporation Ltd. De Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ICTS International N.V. over de periode mei/juni 2019, waarbij mr. J.R. Berkenbosch was benoemd als onderzoeker. De onderzoeker presenteerde een begroting van € 143.500, exclusief btw, voor het opmaken van een onderzoeksverslag, wat leidde tot discussie over de redelijkheid van de kosten.

De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de onderzoeker gevraagd om een toelichting op het gehanteerde uurtarief van € 575, exclusief btw, dat als hoog werd ervaren. Na overleg heeft de onderzoeker zijn uurtarief verlaagd naar € 510, exclusief btw, en een aangepaste begroting van € 132.125, exclusief btw, ingediend. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ingediend tegen deze begroting en heeft de kosten als niet onredelijk beoordeeld, gezien de internationale context van de onderneming en de aard van de zaak.

De Ondernemingskamer heeft besloten het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast te stellen op € 132.125, exclusief btw, en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de betrokken rechters en de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.296.167/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 5 september 2022
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaten:
mr. U. Alonien
mr. J.P.M. le Clercq, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de naamloze vennootschap
ICTS INTERNATIONAL N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. B. Kempen
mr. L.P. Wiggers, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
de vennootschap naar vreemd recht
SPENCER CORPORATION Ltd.,
gevestigd op de Britse Maagdeneilanden,
BELANGHEBBENDE,
verschenen bij haar bestuurder M.J. Atzmon,
e n

1.[B] ,

wonende te [....] ,
2.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
in persoon verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 22 en 24 juni 2022 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ICTS International N.V. over de periode mei/juni 2019 en mr. J.R. Berkenbosch te Amsterdam benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. De Ondernemingskamer heeft de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten aangehouden en de onderzoeker verzocht om een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en aan de Ondernemingskamer toe te zenden.
1.3
De onderzoeker heeft bij e-mail van 2 augustus 2022 een plan van aanpak met een begroting van de onderzoekskosten aan de Ondernemingskamer toegezonden. De onderzoeker heeft het aantal uren dat het opmaken van een onderzoeksverslag in beslag zal nemen begroot op basis van het plan van aanpak en opgave gedaan van zijn uurtarief (€ 575, exclusief btw) en het uurtarief van een door hem in te schakelen kantoorgenoot (€ 245, exclusief btw). De onderzoeker heeft de kosten van het opmaken van een onderzoeksverslag begroot op € 143.500, exclusief btw.
1.4
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de advocaten van partijen bij e-mail van eveneens 2 augustus 2022 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de onderzoekskosten.
1.5
Bij e-mail van 11 augustus 2022 heeft mr. Aloni namens [A] de Ondernemingskamer bericht geen opmerkingen te hebben met betrekking tot de begroting van de kosten van het onderzoek door de onderzoeker.
1.6
Bij e-mail van 18 augustus 2022 heeft mr. Wiggers namens ICTS International N.V. de Ondernemingskamer bericht eveneens geen opmerkingen te hebben met betrekking tot de begroting van de kosten van het onderzoek door de onderzoeker.
1.7
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de onderzoeker bij e-mail van 29 augustus 2022 bericht dat het door de onderzoeker gehanteerde uurtarief (€ 575, exclusief btw) aanzienlijk hoger is dan het uurtarief dat gebruikelijk tot uitgangspunt wordt genomen bij de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten. De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de onderzoeker verzocht nader toe te lichten waarom het uurtarief van de onderzoeker in deze zaak redelijk moet worden geacht.
1.8
Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 30 augustus 2022 heeft de onderzoeker toegelicht dat zijn uurtarief in de markt waarin hij opereert gebruikelijk is en dat hij zijn werkzaamheden vanuit een groot internationaal kantoor verricht hetgeen voordelen met zich brengt (waaronder een aansprakelijkheidsverzekering waardoor geen aanvullende polis afgesloten dient te worden), maar dat hij bereid is zijn uurtarief te verlagen naar € 510, exclusief btw.
1.9
Bij e-mail van 1 september 2022 heeft de onderzoeker aan de Ondernemingskamer een aangepaste begroting toegezonden die sluit op € 132.125, exclusief btw.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen begroot en opgave gedaan van zijn (aangepaste) uurtarief en het uurtarief van een door hem in te schakelen kantoorgenoot. De onderzoeker heeft de totale kosten van het onderzoek begroot op € 132.125, exclusief btw.
2.2
Er zijn geen bezwaren aangevoerd tegen de begroting van de onderzoeker. De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten acht de Ondernemingskamer weliswaar zeer fors, maar gelet op de toelichting van de onderzoeker (zie 1.8) en de aard van de zaak niet onredelijk. Daarbij is van belang dat sprake is van een onderneming die opereert in een internationale omgeving en waarvan de aandelen in de Verenigde Staten worden verhandeld op de OTCQB-markt van de OTC Markets Group. De Ondernemingskamer zal derhalve het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 132.125, exclusief btw.
2.3
De onderzoeker heeft in zijn plan van aanpak opgenomen dat hij voornemens is een beoordeling te maken ten aanzien van de vraag of getwijfeld moet worden aan de uitgifteprijs van de aandelen van ICTS International N.V. (zie r.o. 3.19 e.v. van de beschikking van 22 juni 2022 in deze zaak). Indien de onderzoeker concludeert dat deze mogelijk niet juist is vastgesteld, is hij voornemens een externe deskundige in te schakelen voor de waardering van ICTS International N.V. ten tijde van de aandelenuitgifte. De onderzoeker heeft de Ondernemingskamer verzocht om bij voorbaat in te stemmen met de kosten voor deze waardering, begroot op € 75.000 tot € 100.000, exclusief btw. De Ondernemingskamer zal daartoe niet overgaan. Indien het de onderzoeker gedurende zijn onderzoek concreet blijkt dat het vastgestelde bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten niet toereikend is, bijvoorbeeld in het geval hij hulppersonen wenst in te schakelen, dan kan de onderzoeker op de voet van artikel 2:350 lid 3 BW de Ondernemingskamer hangende het onderzoek een concreet onderbouwd verzoek doen dit bedrag te verhogen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 132.125, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. A.J. Wolfs en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en mr. D.E.M. Aleman MBA, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 september 2022.