ECLI:NL:GHAMS:2022:2826
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Mentorschap en ontslag van de mentor in een familiezorgzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming en het ontslag van een mentor voor een betrokkene, geboren in 1987, die in een instelling woont. De vader van de betrokkene, die in hoger beroep was gekomen, verzocht om ontslag van de huidige mentor, zijn ex-partner, en om benoeming van een onafhankelijke medementor. De moeder was eerder benoemd als mentor na het ontslag van de vorige mentor, [Y], op eigen verzoek. De vader stelde dat de moeder hem onvoldoende informeert over de betrokkene en dat hij daardoor niet in staat is om haar belangen goed te behartigen. Het hof oordeelde dat de vader geen gewichtige redenen had aangevoerd voor het ontslag van de moeder als mentor. Het hof wees erop dat de moeder in een eerdere procedure onherroepelijk als mentor was benoemd en dat er geen nieuwe feiten waren die een ontslag rechtvaardigden. De vader kreeg wel toegang tot het digitale dossier van de betrokkene, wat naar verwachting zijn bezwaren zou verhelpen. Uiteindelijk werden alle verzoeken van de vader afgewezen en werd de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd.