Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De nadere motivering van de beslissing
4.Beslissing
PRO FORMAaan tot
zondag 8 januari 2023of zoveel eerder indien de rapportage binnenkomt;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep in een familierechtelijke kwestie. De beschikking is gegeven op 4 oktober 2022 en betreft de benoeming van Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) tot deskundige. De zaak is aanhangig gemaakt door de man, die in principaal hoger beroep verzoekt, en de vrouw, die in incidenteel hoger beroep verzoekt. De man woont te [plaats A] en de vrouw op een geheim adres. Beide partijen hebben advocaten ingeschakeld, respectievelijk mr. B.J. den Hartog en mr. S. Toughza.
Het hof verwijst naar een eerdere beschikking van 23 augustus 2022, waarin het hof al had aangegeven voornemens te zijn om Bureau Documenten tot deskundige te benoemen. In deze beschikking zijn ook vragen geformuleerd die aan de deskundige voorgelegd dienen te worden. De vrouw heeft in een bericht van 29 augustus 2022 aangegeven akkoord te zijn met de voorgestelde deskundige en vraagpunten, terwijl de man zich hierover niet heeft uitgelaten.
De deskundige zal zich buigen over de echtheid van een Marokkaanse huwelijksakte en de kanttekeningen die de man daarbij heeft geplaatst. Het hof heeft de deskundige verzocht om een schriftelijk rapport op te stellen met antwoorden op de gestelde vragen. De behandeling van de zaak is pro forma vastgesteld op 8 januari 2023, maar kan eerder plaatsvinden indien de rapportage eerder binnenkomt. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden tot na ontvangst van het deskundigenrapport.