ECLI:NL:GHAMS:2022:2822

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
4 oktober 2022
Zaaknummer
200.303.285/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming Bureau Documenten IND tot deskundige in hoger beroep inzake familierechtelijke geschillen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep in een familierechtelijke kwestie. De beschikking is gegeven op 4 oktober 2022 en betreft de benoeming van Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) tot deskundige. De zaak is aanhangig gemaakt door de man, die in principaal hoger beroep verzoekt, en de vrouw, die in incidenteel hoger beroep verzoekt. De man woont te [plaats A] en de vrouw op een geheim adres. Beide partijen hebben advocaten ingeschakeld, respectievelijk mr. B.J. den Hartog en mr. S. Toughza.

Het hof verwijst naar een eerdere beschikking van 23 augustus 2022, waarin het hof al had aangegeven voornemens te zijn om Bureau Documenten tot deskundige te benoemen. In deze beschikking zijn ook vragen geformuleerd die aan de deskundige voorgelegd dienen te worden. De vrouw heeft in een bericht van 29 augustus 2022 aangegeven akkoord te zijn met de voorgestelde deskundige en vraagpunten, terwijl de man zich hierover niet heeft uitgelaten.

De deskundige zal zich buigen over de echtheid van een Marokkaanse huwelijksakte en de kanttekeningen die de man daarbij heeft geplaatst. Het hof heeft de deskundige verzocht om een schriftelijk rapport op te stellen met antwoorden op de gestelde vragen. De behandeling van de zaak is pro forma vastgesteld op 8 januari 2023, maar kan eerder plaatsvinden indien de rapportage eerder binnenkomt. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden tot na ontvangst van het deskundigenrapport.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.303.285/01
Zaaknummer rechtbank: C/13/700939 / FA RK 21-2582
Beschikking van de meervoudige kamer van 4 oktober 2022 inzake
[de man] ,
wonende te [plaats A] ,
verzoeker in principaal hoger beroep,
verweerder in incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. B.J. den Hartog te Amsterdam,
en
[de vrouw] ,
wonende op een geheim adres,
verweerster in principaal hoger beroep,
verzoekster in incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. S. Toughza te Amsterdam.
Als belanghebbenden zijn verder aangemerkt;
- de minderjarige [kind 1] (hierna te noemen: [kind 1] );
- de minderjarige [kind 2] (hierna te noemen: [kind 2] ).

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof verwijst naar en neemt over hetgeen is overwogen in zijn beschikking van 23 augustus 2022. Bij deze laatste beschikking heeft het hof, voor zover hier van belang, meegedeeld voornemens te zijn Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle (contactpersoon: [contactpersoon] ) tot deskundige te benoemen. Daarbij heeft het hof een aantal vragen voorgesteld en partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de voorgestelde deskundige, de voorgestelde vraagpunten en eventuele andere door hen gewenste vraagpunten.
1.2
Bij het hof is nadien het volgende stuk ingekomen:
- een bericht van de zijde van de vrouw van 29 augustus 2022.

2.De feiten

2.1
Voor wat betreft de vaststaande feiten verwijst het hof naar de in deze procedure gegeven beschikking van 23 augustus 2022. Het hof gaat ook thans nog van die feiten uit.

3.De nadere motivering van de beslissing

3.1
De vrouw heeft bij haar bericht van 29 augustus 2022 meegedeeld akkoord te zijn met de voorgestelde deskundige en vraagpunten. De man heeft zich hierover niet uitgelaten.
3.2
Het hof zal Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle (contactpersoon: [contactpersoon] ) tot deskundige benoemen. Genoemd Bureau Documenten worden de volgende vragen voorgelegd:
1. wat kunt u zeggen over de echtheid van het afschrift van een Marokkaanse huwelijksakte d.d. [datum] 2021 met nummer [nummer ] folio [nummer 1]
2. wat kunt u zeggen over de volgende kanttekeningen die de man bij dit afschrift heeft geplaatst?
a) een huwelijk kan naar Marokkaans recht enkel worden bewezen met de originele huwelijksakte, dit afschrift volstaat niet;
b) de toestemming aan het einde van de eerste alinea met nummer [nummer 2] kan niet door de afdeling familierecht van de rechtbank te Tetouan zijn afgegeven op 29 augustus 2017 omdat op 1 september 2017 het Offerfeest officieel zou beginnen en men in Marokko niet werkt in de aanloop naar dit feest, zeker ambtenaren zijn dan vrij;
c) de geboorteakte van de man met nummer [nummer 3] afgegeven door het Consulaat Generaal van Marokko in [plaats A] , aan het begin van de tweede alinea genoemd, kan niet bestaan aangezien de man in Nederland geboren is;
d) de man kan niet twee identiteitskaarten op hetzelfde moment hebben gehad, zoals aan het eind van de tweede alinea genoemd met nummers [nummer 4] en [nummer 5] , omdat bij afgifte van een nieuwe identiteitskaart de oude wordt ingenomen;
e) de volgende termen zouden niet worden gebruikt in Nederland: “bureau van de Burgerlijke Stand te [plaats A] ” en “gemeente Vlissingen, afdeling Burgerlijke Zaken”;
f) in de akte ontbreekt het aanbod en de aanvaarding door de echtgenoten met expliciete volledige verwijzing naar hun huwelijksbevoegdheid, hun geestesvermogens en hun vrije wil, zoals op grond van artikel 67 lid 4 Mudawwana vereist is;
g) de bekrachtiging van de homologatierechter op grond van artikel 67 lid 10 Mudawwana ontbreekt;
h) er wordt geen melding gemaakt van de zegels van zowel de getuigennotarissen als van de homologatierechter op grond van artikel 67 lid 10 Mudawwana;
i) er wordt geen melding gemaakt van de op grond van artikel 67 lid 9 Mudawwana vereiste ondertekening door de vrouw.
3. welke opmerkingen zijn naar het oordeel van de deskundige verder van belang ten behoeve van de door het hof te nemen beslissing?
3.3
Na binnenkomst van de rapportage zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijk te reageren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3.4
Dit leidt tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

Het hof:
alvorens definitief te beslissen:
beveelt een onderzoek naar de vragen zoals hiervoor bij punt 3.2 beschreven;
benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
Bureau Documenten
Immigratie- en Naturalisatiedienst
Ministerie van Justitie en Veiligheid,
t.n.v. [contactpersoon] ,
Postbus 7025, 8007 HA Zwolle;
verzoekt de deskundige het resultaat van het onderzoek in de vorm van een schriftelijk ondertekend bericht uiterlijk voor na te melden pro forma datum, aan de griffie van het hof te doen toekomen, met vermelding van zaaknummer 200.303.285, met terugzending van het te onderzoeken document;
benoemt tot raadsheer-commissaris, onder wiens leiding het onderzoek zal plaatsvinden: mr. G.W. Brands-Bottema;
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking en het originele afschrift van de huwelijksakte aan de deskundige zal toezenden;
houdt de behandeling van de zaak
PRO FORMAaan tot
zondag 8 januari 2023of zoveel eerder indien de rapportage binnenkomt;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.W. Brands-Bottema, mr. A.V.T. de Bie en mr. T.M. Subelack, in tegenwoordigheid van mr. W.J. Boon als griffier en is op 4 oktober 2022 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.