In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1984, werd beschuldigd van het besturen van een voertuig onder invloed van amfetamine en GHB op 31 augustus 2019 te Wormerveer. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem had veroordeeld tot een taakstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid. Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 september 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw.
De verdediging voerde aan dat er sprake was van schending van strikte waarborgen in het onderzoek naar het bloedmonster, met name dat het bloed niet binnen de vereiste termijn was afgenomen en onderzocht. Het hof oordeelde dat, hoewel er enkele vormverzuimen waren, deze niet van invloed waren op de betrouwbaarheid van de resultaten van het bloedonderzoek. Het hof concludeerde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het tenlastegelegde feit, ondanks de geconstateerde vormverzuimen.
Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en legde de verdachte een taakstraf van 40 uren op, te vervangen door 20 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden. Het hof hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, evenals de persoonlijke situatie van de verdachte.