In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 18 maart 2021. De verdachte was eerder vrijgesproken van openlijke geweldpleging, maar heeft in hoger beroep de beslissing tot vrijspraak aangevochten. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met twee medeverdachten op 6 mei 2017 in Egmond aan Zee openlijk geweld heeft gepleegd tegen drie slachtoffers, waarbij twee van hen zwaar hoofd- en hersenletsel hebben opgelopen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden, maar het hof heeft deze straf in hoger beroep verhoogd naar 20 maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers. Het hof heeft ook vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat heeft geleid tot een vermindering van de straf met drie maanden. De uitspraak benadrukt de ernst van openlijke geweldpleging en de blijvende schade die dit kan veroorzaken voor de slachtoffers.