ECLI:NL:GHAMS:2022:2720

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 september 2022
Publicatiedatum
19 september 2022
Zaaknummer
23-000743-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ordeverstoring tijdens uitgaansnacht in Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1981, werd beschuldigd van het veroorzaken van wanordelijkheden op 11 augustus 2019 op het Thorbeckeplein in Amsterdam. Tijdens een uitgaansnacht heeft de verdachte zich onnodig opgedrongen en uitdagend gedrag vertoond richting een beveiliger, door luidkeels te schreeuwen en met gebalde vuisten op de beveiliger af te lopen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat dit vonnis slechts een aantekening bevatte en niet voldeed aan de vereisten van een volledige uitspraak.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan de tenlastegelegde feiten en heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De kantonrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 230,00. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf, terwijl de raadvrouw pleitte voor een voorwaardelijke straf. Het hof heeft echter besloten om de geldboete in voorwaardelijke vorm op te leggen, met een korte proeftijd, rekening houdend met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 230,00, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van vier dagen bij gebreke van betaling. Het hof heeft benadrukt dat de gedragingen van de verdachte niet alleen de orde hebben verstoord, maar ook gevoelens van onrust en ergernis bij omstanders hebben veroorzaakt. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters van de meervoudige strafkamer.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000743-22
datum uitspraak: 8 september 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 28 februari 2022 in de strafzaak onder parketnummer 96-256225-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 augustus 2022.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 11 augustus 2019 in de gemeente Amsterdam, op of aan de weg, te weten het Thorbeckeplein, zich onnodig heeft opgedrongen en/of door uitdagend gedrag aanleiding heeft gegeven tot wanordelijkheden, immers heeft hij, verdachte, in de richting van een beveiliger, hard, 'fuck you, fuck you', en/of woorden van gelijke strekking, geschreeuwd, en/of is hij, met gebalde vuisten, in de richting van die beveiliger, gelopen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 11 augustus 2019 in de gemeente Amsterdam op het Thorbeckeplein door uitdagend gedrag aanleiding heeft gegeven tot wanordelijkheden, immers heeft hij, verdachte, in de richting van een beveiliger hard, 'fuck you, fuck you' geschreeuwd en is hij met gebalde vuisten in de richting van die beveiliger gelopen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest, en waarin het tot vrijspraak strekkende verweer zijn weerlegging vindt.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde bij artikel 2.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 van de gemeente Amsterdam.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De kantonrechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen-verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 230,00.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
De raadvrouw heeft – in geval van een bewezenverklaring – het hof gevraagd toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, vanwege de relatief beperkte ernst van het feit, de toepasselijkheid van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en nu de verdachte in een andere zaak een ISD-maatregel boven het hoofd hangt.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de draagkracht en de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ordeverstoring tijdens een uitgaansnacht in de binnenstad van Amsterdam. Nadat hem was verzocht een café te verlaten zocht de verdachte luidkeels ruzie met de beveiliger. Aldus heeft de verdachte geen respect voor personen met een beveiligingstaak aan de dag gelegd. Dit soort gedragingen kunnen bij omstanders en buurtbewoners bovendien ergernis en gevoelens van onrust teweeg brengen.
In dat licht acht het hof hetgeen de verdediging heeft aangevoerd van onvoldoende gewicht om te komen tot een schuldigverklaring zonder oplegging van straf. De actuele persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de relatieve ouderdom van het gepleegde feit vormen echter wel aanleiding de geldboete in voorwaardelijke vorm op te leggen en daaraan een betrekkelijk korte proeftijd te koppelen.
Het hof acht, alles afwegende, een geheel voorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 230,00 (tweehonderddertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. P.E. de Wildt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 september 2022.
mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en mr. W.S. Ludwig zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.