Uitspraak
Onderzoek van de zaak
6 september 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
13 maart 2019 ter terechtzitting verschenen. Namens de verdachte is op 29 maart 2019 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Daarmee is het hoger beroep niet ingesteld binnen veertien dagen na het wijzen van het vonnis, zoals artikel 408, eerste lid sub b, Sv voorschrijft.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 9 januari 2018, te Amsterdam en/of Amstelveen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op of omstreeks 9 januari 2018 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voorhanden heeft gehad, een of meerdere grote hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I te weten:
Vonnis waarvan beroep
1 juli 2015 tot en met 9 januari 2018 – heeft schuldig gemaakt aan het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van cocaïne.
Oordeel van het hof
1 juli 2015 hebben gehandeld in cocaïne en zij heeft die stelling onderbouwd met verwijzing naar verklaringen van getuigen/gebruikers, naar de handgeschreven teksten van [getuige01] in ‘het notitieboekje’, naar de M-meldingen, de bankrekeningen van de medeverdachte [medeverdachte01] en naar de observaties in 2016. Het hof is van oordeel dat de genoemde bewijsmiddelen, ook in onderlinge samenhang beschouwd, van onvoldoende gewicht zijn om met de voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vast te stellen dat de verdachte en zijn medeverdachte vanaf 1 juli 2015 al handelden in cocaïne. Het hof overweegt hierbij dat het de verklaringen van getuige [getuige02] hiervoor onvoldoende duidelijk acht. Voorts wordt in de brief van [getuige01] niet gesproken over de verdachte. De M-meldingen kunnen niet dienen als wettig bewijsmiddel.
1 maart 2017 al hebben gehandeld in cocaïne, omdat het opbouwen van een klantenbestand enige tijd duurt. Het dossier bevat daar echter onvoldoende bewijs voor. Er is geen administratie van vóór
1 maart 2017 in de woning van de medeverdachte [medeverdachte01] aangetroffen en de verklaringen van de getuigen in het dossier lopen te ver uit elkaar en spreken elkaar teveel tegen om daar een bewezenverklaring op te kunnen baseren.
[medeverdachte01] gedurende een periode gezamenlijk hebben gehandeld in cocaïne, en dat zij een gezamenlijke handelsvoorraad hadden, die op het adres van de medeverdachte [medeverdachte01] lag. Uit het dossier blijkt ook dat de verdachten in die periode contact met elkaar hebben gehad over het kopen van nieuwe handelsvoorraad. Dit maakt dat zij tezamen en in vereniging deze handelsvoorraad aanwezig hadden. Dat de verdachte geen zelfstandige toegang had tot de handelsvoorraad, omdat hij geen sleutel van de woning van de medeverdachte [medeverdachte01] zou hebben, zoals de raadsvrouw ter terechtzitting in hoger beroep naar voren heeft gebracht, maakt dit niet anders. Uit het dossier blijkt dat de cocaïne zich (ook) in zijn, verdachtes, machtssfeer bevond. Hij kon immers zelfstandig tot verkoop van die cocaïne overgaan. Ook als de medeverdachte [medeverdachte01] de op 9 januari 2018 aangetroffen cocaïne net had aangeschaft en die aanschaf niet in detail met de verdachte had besproken, is dit niet anders nu het aanleggen van die voorraad door de medeverdachte [medeverdachte01] , in de periode dat de verdachten gezamenlijk op grote schaal actief waren in het dealen van cocaïne, in dat geval zal zijn gebeurd met als doel ook deze handelsvoorraad gezamenlijk te verkopen. Ook in dat geval kan bewezen worden dat de verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van de cocaïne in de woning van de medeverdachte [medeverdachte01] , zodat daaruit volgt dat hij deze cocaïne samen met de medeverdachte opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 maart 2017 tot en met 9 januari 2018, te Amstelveen, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne;
hij op 9 januari 2018 te Amstelveen tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig heeft gehad 107,05 gram van een materiaal bevattende cocaïne.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
tien maanden. Uit het dossier blijkt dat zij in die periode frequent handelden en aan een groot aantal mensen cocaïne verkochten. Verdovende middelen, zoals cocaïne, zijn schadelijk voor de volksgezondheid, nu deze stoffen sterk verslavend zijn en gebruik daarvan schadelijke lichamelijke, psychische en sociale gevolgen met zich kan brengen. Daarnaast veroorzaakt de handel in en het gebruik van verdovende middelen overlast en draagt het bij aan de instandhouding van criminaliteit. Daarom wordt de handel in verdovende middelen in beginsel fors bestraft.
9 januari 2018. Nu vonnis is gewezen op 13 maart 2019 is de redelijke termijn in eerste aanleg niet overschreden. In hoger beroep is de redelijke termijn aangevangen met de appelakte op 29 maart 2019 en is deze termijn geëindigd met dit arrest op 16 september 2022, waarmee de redelijke termijn van twee jaren met één jaar en bijna zes maanden is overschreden. De totale redelijke termijn is met ruim acht maanden overschreden.
Beslag
- 1.00 STK Personenauto [kenteken01] , Volkswagen Golf 2013 Kl: Zwart 5011216
- 1.00 STK Personenauto [kenteken02] , Volkswagen Golf 2009 Kl: Zwart 5255094
- Geld Euro, G5512223
- 20.00 STK Papier, 5513480 waardepapieren
- Geld Euro, G5512215 39x5 1x100 5 euro gescheurd
- Geld Euro, G5512229 121x20
- Geld Euro, G5512231 46x10
- 1.00 STK Luidspreker Kl: Zwart, Sonos playbar G5512207
- 1.00 STK Vorderingen, [iban_nummer01] .
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1.00 STK Personenauto [kenteken01] , Volkswagen Golf 2013 Kl: Zwart 5011216
- 1.00 STK Personenauto [kenteken02] , Volkswagen Golf 2009 Kl: Zwart 5255094
- Geld Euro, G5512223
- 20.00 STK Papier, 5513480 waardepapieren
- Geld Euro, G5512215 39x5 1x100 5 euro gescheurd
- Geld Euro, G5512229 121x20
- Geld Euro, G5512231 46x10
- 1.00 STK Luidspreker Kl: Zwart, Sonos playbar G5512207
- 1.00 STK Vorderingen, [iban_nummer01] .
mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van