ECLI:NL:GHAMS:2022:2677
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van uithuisplaatsingen van minderjarigen en rol van gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsingen van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders, de moeder en de vader, hebben hoger beroep ingesteld tegen de beschikkingen van de kinderrechter van 18 februari 2022, waarin de machtigingen tot uithuisplaatsing van beide kinderen zijn verleend. De moeder en vader, wonende te [plaats A], zijn vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. J.J.C. Engels. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, is verweerder in deze procedure. De Raad voor de Kinderbescherming heeft als adviseur opgetreden.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende inzicht hebben in de zorgen die door de GI en de raad zijn geuit. De kinderen zijn onder toezicht gesteld vanwege ernstige zorgen over hun veiligheid en welzijn. [minderjarige 1] staat sinds 27 november 2020 onder toezicht en is uithuisgeplaatst in een pleeggezin, terwijl [minderjarige 2] sinds 19 februari 2021 onder toezicht staat en ook in een pleeggezin verblijft. Het hof heeft de bestreden beschikkingen bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De ouders hebben niet aangetoond dat zij in staat zijn om de zorg voor de kinderen op een veilige en stabiele manier te bieden.
De ouders hebben ter zitting verklaard dat zij de hulpverlening willen accepteren, maar het hof oordeelt dat de huidige situatie en de geschiedenis van de ouders onvoldoende basis bieden voor een terugplaatsing van de kinderen. Het hof benadrukt dat de GI duidelijke richtlijnen moet geven aan de ouders over wat er van hen verwacht wordt en dat er meer ondersteuning moet komen om de ouders te begeleiden in hun veranderend ouderschap. De beslissing van het hof is om de uithuisplaatsingen van beide minderjarigen te bekrachtigen en de verzoeken van de ouders af te wijzen.