Uitspraak
[verdachte]
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Amsterdam op 20 januari 2021. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, maar heeft vervolgens te kennen gegeven het hoger beroep niet langer te willen handhaven. Dit leidde tot de vraag of de verdachte ontvankelijk was in het hoger beroep.
Het hof overweegt dat, nu de verdachte heeft aangegeven het hoger beroep niet te willen voortzetten, hij geacht moet worden zijn eerder ingediende bezwaren tegen het vonnis in te trekken. Er is geen rechtens te respecteren belang gebleken dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep.
De beslissing van het hof is als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.J. Schols, in bijzijn van de griffier L.M. van Leeuwen.