ECLI:NL:GHAMS:2022:2631
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overlijden van de verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een verdachte die op 3 februari 2022 is overleden, zoals blijkt uit een akte van overlijden. Het Openbaar Ministerie heeft, in overeenstemming met de vordering van de advocaat-generaal, verzocht om niet-ontvankelijkheid in de vervolging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat, ingevolge artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, het recht tot strafvordering tegen de overleden verdachte is vervallen. Dit heeft geleid tot de beslissing van het hof om het vonnis waarvan beroep te vernietigen en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters M.L. Leenaers, J. Piena en K.J. Veenstra aanwezig waren. De griffier, mr. S. Abelsma, was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.