ECLI:NL:GHAMS:2022:2594
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag over minderjarige in het belang van de kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag van een minderjarige, geboren in 2013. De grootmoeder van de minderjarige had in hoger beroep verzocht om het gezamenlijk gezag met de moeder te handhaven, terwijl de moeder verzocht had om het gezamenlijk gezag te beëindigen en alleen het gezag te verkrijgen. De minderjarige verblijft sinds september 2020 bij een gecertificeerde instelling, en de communicatie tussen de moeder en de grootmoeder is problematisch. Het hof oordeelde dat het nog te vroeg is om te beslissen over de beëindiging van het gezamenlijk gezag, omdat niet duidelijk is waar de minderjarige uiteindelijk zal wonen en of de communicatie tussen de moeder en de grootmoeder kan verbeteren. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de moeder afgewezen, waardoor de grootmoeder en de moeder opnieuw gezamenlijk met het gezag over de minderjarige zijn belast. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij het hof benadrukte dat er geen onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren raakt bij gezamenlijk gezag.