ECLI:NL:GHAMS:2022:2592
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- A.N. van de Beek
- C.M. Buitendijk
- Rechtspraak.nl
Verzoek om lagere dwangsom bij omgangsregeling tussen ouders na scheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen een vader en zijn dochter, geboren uit een in 2018 verbroken relatie. De vrouw, verzoekster in principaal hoger beroep, verzocht om een lagere dwangsom die was opgelegd door de rechtbank voor het niet naleven van de omgangsregeling. De rechtbank had eerder bepaald dat de vrouw een dwangsom van € 250,- per keer verschuldigd was, met een maximum van € 10.000,-. De man, verweerder in principaal hoger beroep, had verzocht om handhaving van deze dwangsom en zelfs om verhoging naar € 500,- per keer, met een maximum van € 65.000,-. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juli 2022 werd duidelijk dat er sinds april 2022 geen omgang meer had plaatsgevonden, wat leidde tot bezorgdheid over de veiligheid van de minderjarige. Het hof oordeelde dat, gezien de omstandigheden, de dwangsom moest worden verlaagd naar € 50,- per keer, met een maximum van € 3.000,-. De beslissing van de rechtbank werd in zoverre vernietigd, en de kosten van de procedure werden gecompenseerd. Het hof benadrukte het belang van het hervatten van de omgangsregeling voor de ontwikkeling van de minderjarige.