Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.de vennootschap naar Duits recht
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
non-executive board member. De totale investering van eValue bedroeg € 1,5 miljoen. Op 8 april 2014 hebben Adversa en [bedrijf 1] een Investment and Purchase Agreement (hierna: IPA) gesloten met eValue.
- a)
- b)
- c)
- d)
7.DRAG ALONG
8.TAG ALONG
Drag Along) hierna: het meesleeprecht, en het recht dat is neergelegd in artikel 8 (
Tag Along) hierna: het meeverkooprecht.)
board meetingvan [bedrijf 1] plaatsgevonden met
executive board membersvan [bedrijf 1] een brief gestuurd aan [geïntimeerden] [geïntimeerde 2] zou volgens hen informatie over de
board meetinghebben gedeeld met DCA en de informatierechten van [geïntimeerden] als
non-executive board memberen aandeelhouder zijn daarom per direct opgeschort:
term sheetgestuurd met daarin de hoofdlijnen van de voorgenomen investering (hierna: de Exclusivity Letter). Daarin stond onder meer dat [bedrijf 2] aanvankelijk pro rata 51% van de aandelen in [bedrijf 1] wilde kopen van Adversa en eValue en dat [bedrijf 2] de overige 49% zou kunnen kopen voor een prijs die afhankelijk was van de resultaten in de volgende jaren (de
earn out).
earn out.
earn out. Adversa heeft daarbij haar intentie uitgesproken gebruik te maken van het meesleeprecht ex artikel 7 van de SHA.
- eValue ineens zou worden uitgekocht door [bedrijf 2] in ruil voor een korting van € l miljoen op de door haar te ontvangen koopprijs;
- de aanspraken van eValue en [naam 3] op (tezamen) 5,5% van de aandelen voor (tezamen) 1,75% in aanmerking zouden worden genomen in de transactie met [bedrijf 2] .
Settlement Agreementvan 20 juli 2015 (hierna: de Settlement Agreement). Daarin zijn de voorwaarden van de Settlement E-mail herhaald en daarnaast onder meer in artikel 3.2 een finale-kwijtingsbepaling en in artikel 9.2 een afstandsbepaling (hierna: de afstandsbepaling) opgenomen:
4.Beoordeling
non executive board member, terwijl [naam 1] en [naam 2]
executive board memberswaren en het statutaire bestuur van de vennootschap vormden. Daarnaast is van belang dat de verhoudingen tussen Adversa en [geïntimeerden] (in elk geval) vanaf begin 2015 verslechterden. Zo hadden partijen onenigheid over aanvullende aandelen voor eValue (en de aan [geïntimeerden] gelieerde [bedrijf 3] en [naam 3] ) en hadden [naam 1] en [naam 2] namens [bedrijf 1] de informatierechten van [geïntimeerden] opgeschort. Vast staat dat [naam 1] , [naam 2] en [geïntimeerde 2] in januari 2015 constateerden dat partijen niet langer op één lijn zaten en dat de samenwerking tussen Adversa en eValue zou moeten worden beëindigd. Afgesproken is dat Adversa een voorstel zou doen om [geïntimeerden] uit te kopen. Daarbij heeft [geïntimeerde 2] te kennen gegeven dat het de voorkeur van eValue had om te worden uitgekocht bij de beoogde transactie met [bedrijf 2] of Deluxe. Vervolgens heeft Adversa op 9 februari 2015 aan eValue een voorstel gedaan dat erop neerkwam dat Adversa alle aandelen van eValue zou overnemen als het tot een transactie met [bedrijf 2] of Deluxe zou komen. Het uitgangspunt – dat ook Adversa onderschreef – was toen dus dat eValue bij een transactie met [bedrijf 2] of Deluxe al haar aandelen zou overdragen en ineens zou worden uitgekocht.