ECLI:NL:GHAMS:2022:2453
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Curatele en bescherming van niet-vermogensrechtelijke belangen van een betrokkene met verstandelijke beperking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de curatele van een betrokkene met een verstandelijke beperking. De betrokkene, geboren in 1963, staat sinds 20 juni 2006 onder bewind, waarbij [X] is benoemd tot bewindvoerder. De kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland had op 11 november 2021 het verzoek van de betrokkene om ontslag van [X] en benoeming van een andere bewindvoerder afgewezen. De betrokkene verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen, terwijl [X] verzocht om bekrachtiging van de beschikking.
De betrokkene heeft sinds 2020 een intensieve vriendschap ontwikkeld met [informant], wat heeft geleid tot sociaal isolement en veranderingen in zijn gedrag. De familie van de betrokkene, waaronder zijn broer en zus, hebben zorgen geuit over zijn welzijn en de invloed van deze vriendschap. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is zijn niet-vermogensrechtelijke belangen naar behoren te behartigen, mede door zijn verstandelijke beperking en het recente isolement. Het hof oordeelt dat de bescherming die het bewind biedt onvoldoende is, vooral in het licht van de mogelijkheid van een huwelijk en de bijbehorende juridische implicaties.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het hof concludeert dat curatele noodzakelijk is om de belangen van de betrokkene te waarborgen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de betrokken partijen en hun advocaten, en is openbaar uitgesproken door de voorzitter.