Uitspraak
1.[geïntimeerde 1] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Standpunt van klagers
5.Beoordeling
Na het specificeren van het beslag als voornoemd stelt de heer [naam 1] dat het gelegde beslag niet kleeft daar de roerende zaken c.q. inventaris zou toebehoren aan de op 01-01-2019 opgerichte en op 14-02-2019 ingeschreven [geïntimeerde 1] .
(…) Na een korte bespreking van de positie van het pandrecht die ten behoeve van Warsteiner is gevestigd op de bedrijfsinventaris zijn partijen tot een vergelijk gekomen van het geschil en is na betaling van € 7.000,00 de openbare verkoop van de roerende zaken geannuleerd. (…)”
“
(…) dan koop ik nu de inventaris voor € 7.000,- en ben ik de eigenaar. Wel
(…) Onverlet dat ik een genuanceerder beeld heb aangaande op video getoonde handelingen en het daarbij horende juridische kader, moet ik uw stelling onderschrijven dat er op mij als instrumenterend deurwaarder op zijn minst een spreekplicht rustte bij enige discrepantie tussen het aanbod en de aanvaarding hiervan.(…)”