In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 december 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 2000, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor straatroof. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van een mobiele telefoon van een slachtoffer op de openbare weg, vergezeld van geweld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is, wat van invloed is op de strafmaat. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, maar de advocaat-generaal heeft in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een taakstraf van 100 uren geëist. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een taakstraf van 100 uren, met inachtneming van de psychische problemen van de verdachte en zijn bereidheid om hulp te aanvaarden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezenverklaarde als strafbaar is gekwalificeerd. De beslissing is genomen op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, evenals de persoonlijke situatie van de verdachte.