ECLI:NL:GHAMS:2022:2388
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen notaris over onzorgvuldig handelen bij het passeren van huwelijkse voorwaarden zonder adequate taalbeheersing
In deze zaak heeft klaagster, een vrouw van Spaanse afkomst, een klacht ingediend tegen haar notaris. De klacht betreft het passeren van een akte van huwelijkse voorwaarden zonder dat de notaris zich ervan heeft vergewist dat klaagster de Nederlandse taal voldoende machtig was om de inhoud van de akte te begrijpen. Klaagster heeft de akte op 30 augustus 2012 ondertekend, terwijl zij destijds een inburgeringscursus volgde en de Nederlandse taal nog niet goed beheerste. Klaagster heeft de klacht ingediend op 24 januari 2022, meer dan drie jaar na de datum waarop zij kennis nam van het handelen van de notaris. De kamer voor het notariaat heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard op basis van de vervaltermijn van drie jaar, zoals vastgelegd in artikel 99 lid 21 van de Wet op het notarisambt. Het hof heeft de beslissing van de kamer bevestigd, oordelend dat klaagster op 30 augustus 2012 op de hoogte was van de inhoud van de akte en dat zij binnen drie jaar een klacht had moeten indienen. Het hof oordeelt dat klaagster niet heeft aangetoond dat de gevolgen van het handelen van de notaris pas later bekend zijn geworden, en dat zij zelf verantwoordelijk is voor het tijdig indienen van haar klacht. De klacht is derhalve terecht niet-ontvankelijk verklaard.