ECLI:NL:GHAMS:2022:2375
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van gezamenlijk gezag naar eenhoofdig gezag in het belang van de kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het gezag over twee minderjarige kinderen, geboren uit het huwelijk van de man en de vrouw, dat in 2015 is ontbonden. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft het gezamenlijk gezag over de kinderen willen behouden, terwijl de vrouw, verweerster in hoger beroep, verzocht heeft om het gezamenlijk gezag te beëindigen en haar alleen met het gezag te belasten. De rechtbank had eerder op 6 december 2021 al een voorlopige regeling getroffen, waarbij de man beperkte omgang had met de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig gebrekkig is en dat de kinderen klem en verloren raken tussen de ouders. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het gezamenlijk gezag te beëindigen, wat het hof heeft overgenomen. Het hof oordeelt dat de vrouw alleen met het gezag over de kinderen moet worden belast, omdat dit in het belang van de kinderen noodzakelijk is. De beslissing van de rechtbank is bekrachtigd, waarbij het hof benadrukt dat er geen zicht is op verbetering in de communicatie tussen de ouders en dat het gezamenlijk gezag meer conflicten zal verergeren.