ECLI:NL:GHAMS:2022:2356
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de onderbewindstelling van een meerderjarige wegens geestelijke en lichamelijke toestand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderbewindstelling van een meerderjarige, hierna aangeduid als de rechthebbende. De rechthebbende, geboren in 1945, is de moeder van drie zonen en heeft in hoger beroep de beschikking van de kantonrechter van 27 oktober 2021 aangevochten, waarin haar goederen onder bewind zijn gesteld vanwege haar lichamelijke en geestelijke toestand. De rechthebbende verzocht om vernietiging van de beschikking en beëindiging van het bewind, stellende dat zij geen hulp nodig heeft en in staat is haar eigen zaken te behartigen. Ze erkent wel een probleem met hoarding, maar meent dat een onderbewindstelling niet nodig is.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 mei 2022 is naar voren gekomen dat de bewindvoerder en de zonen van de rechthebbende van mening zijn dat de onderbewindstelling noodzakelijk is. De bewindvoerder heeft toegelicht dat de rechthebbende hulp nodig heeft bij het beheren van haar financiën en het ontspullen van haar woning. De zonen hebben ook hun zorgen geuit over de situatie van hun moeder en de gevolgen van haar hoarding-probleem.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende haar vermogensrechtelijke belangen niet behoorlijk kan waarnemen als gevolg van haar geestelijke en lichamelijke toestand. Er zijn aanwijzingen van cognitieve achteruitgang en de rechthebbende heeft moeite met het bewaren van overzicht over haar financiën. Het hof concludeert dat de onderbewindstelling noodzakelijk is om de rechthebbende te beschermen en haar te helpen bij het beheren van haar zaken. De beschikking van de kantonrechter is dan ook bekrachtigd.