Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Geldigheid van de dagvaarding
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
noodzakelijk is als gevolg van het conflict van [verdachte] tegen de Staat der Nederlanden’. Voorts is in de overeenkomsten een geheimhoudingsplicht opgenomen. De datum voor de volledige afwikkeling wordt steeds verschoven, waarbij dan veelal wordt vermeld dat geen nader uitstel mogelijk is. [3] [benadeelde] heeft ter terechtzitting in hoger beroep als getuige verklaard dat zij de verdachte geld leende, zodat hij de procedure tegen Defensie kon bekostigen en dat zij ook weleens geld aan hem heeft overgemaakt voor onder andere de kosten voor zijn gebit en een nieuw bed. Voorts heeft zij verklaard dat hij vanaf het begin van hun contact heeft verteld over zijn hoge functie bij Defensie en dat zij daar niets over aan anderen mocht vertellen. Zij moest absolute geheimhouding betrachten. De verdachte liet daarbij namen vallen van allerlei betrokken hooggeplaatste functionarissen en leden van de regering. [4] [benadeelde] leende het geld dus uit aan de verdachte, in de veronderstelling dat hij daarmee de juridische procedures ging bekostigen. Zij wist dat de verdachte geen andere bron van inkomsten had en dat hij een gedeelte van het geld gebruikte voor zijn levensonderhoud. Zij heeft verklaard dat zij bij het uitlenen steeds uitging van de stellingen van de verdachte dat er binnen zeer korte termijn geld zou komen van Defensie, waarmee de leningen zouden worden terugbetaald, en dat deze betalingen door Defensie al aan de verdachte waren toegezegd. [benadeelde] heeft in totaal ruim € 510.000,00 overgemaakt aan de verdachte. [5]
Omschrijving: hulp conform overeenkomst 2014. En het is 1000000000 % zeker, 1 februari a.s.”Vervolgens maakte [benadeelde] € 12.800,00 over aan de verdachte. [7] Op 10 februari 2016 appte de verdachte aan [benadeelde]: “
Ik heb er veel spijt van dat ik het van die 7 niet heb durven vertellen. Nu heb ik alles verteld. Jouw lijden is niet voor niets geweest gelet op de hoogte van de vergoeding zwart op wit. Dinsdag wil ik alles geregeld hebben. Wel weegt die 7 heel zwaar. Immers ik moet vooraf alle rijen gesloten hebben. In dat kader heb ik vannacht nog eenmaal een beroep op je gedaan.”[benadeelde] heeft vervolgens
€ 7.000,00 overgemaakt met als omschrijving: ‘i.v. met afwikkeling 1602’. [8] Op 17 maart 2016 appte de verdachte: “
Ik heb nog 4500 nodig. Ik moet jou redden. Mezelf cijfer ik weg.”[benadeelde] heeft dit bedrag vervolgens overgemaakt met in de omschrijving eveneens
de afwikkeling van de convenant uit 2014. Nadat dit bedrag was bijgeschreven, vonden er onder andere betalingen plaats bij een geldautomaat in het casino in Maastricht. [9] Op 3 mei 2016 appte de verdachte: “
Zonder hulp van 8600 red ik het niet tussen 16/5 en 19/5 en moet ik wachten tot na het vonnis van 26/6.”[benadeelde] heeft dit bedrag vervolgens overgemaakt onder vermelding van de omschrijving
afwikkeling. Hierna heeft de verdachte weer diverse betalingen in een casino in Valkenburg gedaan. Ook zijn grote bedragen contant opgenomen. [10] Op 10 mei 2016 appte de verdachte dat hij niet het risico wil nemen bij de bank geld te lenen, maar dat hij baalt van de gemiste kans. Vervolgens vond een telefoongesprek plaats tussen de verdachte en [benadeelde] en appte de verdachte haar dat de omschrijving ‘afwikkeling convenant 2014’ moet zijn. [benadeelde] heeft hierop € 9.000,00 overgemaakt. De verdachte gaf vervolgens een deel van dit geld uit bij een betaalautomaat in een casino in Valkenburg. [11] Ook op 24 mei 2016 maakte [benadeelde] een bedrag over, te weten € 20.000,00 onder vermelding ‘
cfm convenant mei 2014’en vervolgens vonden er diverse betalingen plaats bij een casino in Valkenburg en een casino in Kerkrade. [12] Op 15 juli 2016 vroeg de verdachte om € 5.850,00 en schreef dat als omschrijving ‘
convenant 2014 en uitspraak’dient te worden vermeld. Vervolgens vonden er diverse betalingen bij een casino in Valkenburg plaats. [13] Hetzelfde gebeurde op 20 juli 2016 waarbij de verdachte (leugenachtig) meldde dat hij op dat moment niet kon bellen omdat hij bij de notaris zat. [14] Op 1 augustus 2016 schreef de verdachte: “
Heel veel dank. Bij deze bevestig ik dat de afwikkeling van onze convenant eindelijk kan plaatsvinden in de week van 15 – 19 augustus a.s.”[benadeelde] heeft een bedrag van € 17.000,00 overgemaakt met als omschrijving
ivm afwikkeling week 1/18 convenant 2014en vervolgens vonden er diverse betalingen door de verdachte plaats in het casino in Valkenburg en Kerkrade. [15] Op 19 augustus 2016 appte de verdachte aan [benadeelde]: “
Ik kan het nog niet afwikkelen omdat ik verraden ben door een zeer naaste. Alles staat volgende week klaar voor uitbetaling. Ik moet vanmiddag € 8.000,00 afrekenen anders gaat alles vertraagd worden door een Judas!!! Alles staat klaar.”[benadeelde] heeft dit bedrag vervolgens overgemaakt met als omschrijving ‘
laatste afwikkeling convenant 2014’. Nadat het bedrag was bijgeschreven vonden diverse betalingen plaats bij het casino in Valkenburg en zijn grote bedragen contant opgenomen. [16] Op 26 augustus 2018 schreef de verdachte: “
Ik heb Vader Jezus gesmeekt om die 9000 zodat er rust ontstaat voor iedereen en alles in september alsnog voor iedereen wordt opgelost.”[benadeelde] heeft vervolgens weer een bedrag overgemaakt. [17]
Afwikkeling is klaar. Ik moet nog een bedrag betalen voor de administratieve afhandeling. Ben jij bereid zonder verwijten en puur vooruitkijkend naar de afwikkeling mij te helpen met de laatste € 3.700,00 zodat ik 100 % maandag kan aflossen? Zo ja, dan is het maandag D-day en bespaart me/ons een hoop zorgen en onrust. Zo nee, dan kan ik morgen weer aan de bak. Maar ok duidelijk. Laat maar dan.”[benadeelde] vraagt hierop om absolute zekerheid. De verdachte schreef vervolgens: “
Die heb je al!!! Ik laat je NIET zitten. Het is klaar en over. Iedereen in mijn kamp weet dat. Ja echt absolute zekerheid! maar wel met de juiste omschrijving ivm maandag as !!!”[benadeelde] maakte vervolgens het bedrag over en na de bijschrijving vonden er door de verdachte diverse betalingen plaats in het casino in Valkenburg. [18] Op 6 maart 2017 zei de verdachte telefonisch tegen [benadeelde] dat hij € 3.000,00 nodig heeft, dat hij bij zijn advocaten in een overleg zit (terwijl zo’n overleg op die dag niet heeft plaatsgevonden) en hij vroeg [benadeelde] of zij kans ziet om dat bedrag direct op zijn rekening te zetten, ‘zodat hij aan de advocaat kan laten zien dat hij die € 3.000,00 heeft’. Hij appte vervolgens: “
Als je het kan afronden op 3750 dan heel graag. Ik ben nu binnen en wacht af. Wordt morgen verrekend.”Nadat [benadeelde] het bedrag had overgemaakt, deed de verdachte een betaling in het casino in Valkenburg en nam hij € 2.000,00 contant op. [19] Op 8 maart 2017 zei de verdachte dat hij ‘9 tekort komt voor de Raad voor Rechtsbijstand’. Vervolgens appte hij [benadeelde]: “
Eerst wil je bellen en nu app je me erover. Laat maar. Met de finish in zicht weet ik ook niet waar ik nog 9 vandaan haal. Ik heb gisteren weer alles op zijn kop gezet. Ik moet die 9 zien te realiseren, al weet ik niet hoe. Maar laat maar. Ik heb geen zin in ruzie. Ok dan. Laatste ronde en zoals afgesproken: uiterlijk de 15e a.s. algehele afwikkeling en beëindiging van onze overeenkomst. De cijfers kloppen volledig. Omschrijving: afwikkeling 15/3/17.”[benadeelde] heeft dit bedrag vervolgens overgemaakt met deze omschrijving. Vervolgens vonden weer vanaf de bankrekening van de verdachte betalingen plaats in het casino in Valkenburg, contante geldopnames en andere overboekingen die niet zagen op de Raad voor Rechtsbijstand. [20] Op 5 april 2017 zei de verdachte dat de zaak stil ligt vanwege aangekondigd beslag door de Belastingdienst en dat hij mails heeft gekregen van
dienstwapenmet het bericht dat hij nog een week moet wachten. Wapendienst, zijn vakbroeders, gaan hem helpen en hij wil niet meer een week wachten op dat geld. Hij zei dat het gaat om een bedrag van € 16.563,00 dat hij nodig heeft om volgende week af te ronden. [benadeelde] heeft dit bedrag overgemaakt met de omschrijving ‘definitieve afwikkeling’. Na de bijschrijving heeft de verdachte grote hoeveelheden contant geld opgenomen, deed hij betalingen bij het casino in Kerkrade en in Valkenburg en nog wat andere overboekingen. [21] Op 25 april 2017 zei de verdachte dat hij 11.000 nodig heeft om de Raad voor Rechtsbijstand terug te betalen en dat hij dat niet heeft. Hij schrijft: “
Ben nu weer binnen. Ik ga er hard in nu. Anders was het direct al klaar. Ik weet hoe het zit en dat het maandag echt voorbij is. Ik ben niet gek en deug wel. Het is aan jou. We zijn er samen mee gebaat.”[benadeelde] maakte dit bedrag vervolgens over en de verdachte deed meerdere overboekingen die niet te maken hebben met de Raad voor Rechtsbijstand. [22]
Aha…dus toch uit de school klappen en geheimhouding schenden. Leuk hoor met de finish in zicht. Nu maak ik me grote zorgen door deze toon.” Vervolgens zei de verdachte telefonisch dat ‘het nu ieder moment moet gaan gebeuren’. Op 5 mei 2017 schreef de verdachte: “
Ben kapot maar trots dat ik jouw deel ben nagekomen. Ik moest 22.700 aan Raad voor Rechtsbijstand inleveren. Helft (11.350) van jou geleend. Andere helft zou geregeld worden, maar die helft komt pas medio mei. Zo laks is alles. Omdat ik die andere helft niet had, heb ik nu MOETEN kiezen. Alles overhoop tenzij er dit weekend nog een wonder gebeurt. Op die andere helft heb ik het niet gered. Kapot van binnen.”[benadeelde] heeft daarop dit bedrag overgemaakt en weer heeft de verdachte allerlei overboekingen gedaan die geen verband hielden met de Raad voor Rechtsbijstand. [23] Op 10 mei 2017 zei de verdachte telefonisch tegen [benadeelde] dat hij een grote fout heeft gemaakt en dat hij die volgende dag de tweede € 11.350,00 die hij van [benadeelde] heeft gekregen, naar zich terug moet laten boeken en dat hij daarvan € 6.200,00 moet betalen om de zaak definitief af te kunnen ronden. In aanvulling daarop zei hij dat hij niet verwacht dat de terugboeking nog op tijd zal plaatsvinden, omdat “ze” altijd laks zijn geweest en dat hij daardoor gewoon een half jaar kan wachten. Hij appte [benadeelde] na: “
Stel dat je me vandaag wel had kunnen/willen helpen met die 6200 dan had ik je 3 x teruggegeven en mijn hele leven nog meer dankbaar gebleven. Maandag had ik het rechtgezet. Ik kom na wat ik zeg: dat kan niet anders meer. Dus twijfel daar nooit aan.”Toen [benadeelde] zei dat ze het niet meer aandurft en het niet meer heeft, appte de verdachte: “
Ik ben volledig te vertrouwen hoor. Had anders ook geen eervol ontslag (door de Koning!) gekregen. Maar ok. Heel jammer.”[benadeelde] heeft het gevraagde bedrag vervolgens overgemaakt, waarna verschillende mutaties plaatsvonden op de bankrekening van de verdachte, waaronder grote contante geldopnames en een aantal betalingen bij een betaalautomaat in een casino. [24] Op 22 mei 2017 zei de verdachte telefonisch tegen [benadeelde] ‘dat hij een miljoen gaat krijgen en dat hij haar de helft daarvan gaat geven, maar dat hij te maken heeft met de wet ongebruikelijke transacties’. [25]
- De eerste tenlastegelegde periode, tot 1 januari 2017: voor deze periode zou onvoldoende bewijs van oplichting in het dossier bestaan.
- De periode van daarna, tot aan de aangifte door [benadeelde] in februari 2018, waarin geen sprake zou zijn van oplichting, omdat [benadeelde] al sinds september 2016 twijfels had.
- De laatste periode van de tenlastelegging, vanaf de aangifte van oplichting door [benadeelde].
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
9 (negen) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 100.000,00 (honderdduizend euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op. Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.