Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
pressing social needtot het bereiken van het doel: het beschermen van andermans rechten en/of voorkomen van wanordelijkheden. Volstaan had moeten worden met het verwijderen uit en de toegang ontzeggen tot het P.C. Hoofthuis (hierna ook: universiteitsgebouw). De beperkende maatregelen hadden voorts een ontoelaatbaar
chilling effect.
one of the essential foundations of a democratic society and one of the basis conditions for its progress and for each individual’s self-fulfilment”. Artikel 11 EVRM moet worden beschouwd als een
lex specialisvan artikel 10 EVRM. Om onder de bescherming te kunnen vallen van artikel 11 EVRM geldt als belangrijkste voorwaarde het ‘vreedzaamheidsvereiste’ zoals genoemd in het eerste lid van dat artikel Beide rechten zijn niet absoluut en kunnen om die reden worden ingeperkt. In beide artikelen is dit opgenomen in het tweede lid van dat artikel. Een beperking is mogelijk wanneer deze (i) is voorzien bij wet, (ii) noodzakelijk is in een democratische samenleving (“
necessary in a democratic society”) en (iii) in het belang is van een van de in dat lid genoemde doeleinden (“
legitimate aim”).
chilling effectvan de beperkende maatregelen.
Bewijsoverweging
sit-down). Uit het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2] is gebleken dat de personen die onderdeel uitmaakten van de sit-down op de derde etage niet voldeden aan de vordering het pand te verlaten en vervolgens één voor één naar buiten zijn begeleid en zijn aangehouden. Gelet op de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden blijkt naar het oordeel van het hof dat de verdachte niet heeft voldaan aan de vordering van de ME om het pand vrijwillig te verlaten en daarmee is wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
chilling effect’ uitgaat op personen die gebruik willen maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de demonstratie een vreedzaam en beperkt karakter heeft gehad en dat volstaan had kunnen worden met minder verstrekkende maatregelen dan de aanhouding van de verdachte, zoals het verwijderen uit en het (tijdelijk) ontzeggen van de toegang tot het universiteitsgebouw.