In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal d.m.v. valse sleutel, waarbij hij op 30 oktober 2018 in Amstelveen geldbedragen van in totaal €10.195,- had weggenomen van het slachtoffer door onbevoegd gebruik te maken van diens bankpas en pincode. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en een andere bewezenverklaring en strafoplegging vastgesteld. De verdachte werd schuldig bevonden aan diefstal, waarbij hij het weg te nemen goed onder zijn bereik had gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd. De verdachte is strafbaar verklaard, omdat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren. In hoger beroep heeft het hof de straf bepaald op een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren, en daarnaast een taakstraf van 60 uren opgelegd. Het hof heeft de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf van twee weken omgezet in een taakstraf, rekening houdend met de positieve ontwikkeling in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft de beslissing genomen na zorgvuldige afweging van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan.