ECLI:NL:GHAMS:2022:2202
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan de man in het belang van het kind
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 26 juli 2022 een beschikking gegeven inzake het gezag over de minderjarige [minderjarige]. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft verzocht om vernietiging van de beschikking van de rechtbank die het gezamenlijk gezag heeft beëindigd en de man, verweerder in hoger beroep, heeft verzocht om bekrachtiging van deze beschikking. De minderjarige, geboren in 2006, woont bij de man, die belast is met het eenhoofdig gezag. De vrouw heeft zorgen geuit over de veiligheid van de minderjarige, mede in het licht van de strafrechtelijke veroordeling van de man voor gewoonte witwassen en vuurwapenbezit. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat gezamenlijk gezag niet in het belang van de minderjarige is. De man heeft de minderjarige al geruime tijd bij zich en het hof oordeelt dat hij het beste zicht heeft op de gezagsbeslissingen die genomen moeten worden. De bijzondere curator heeft geadviseerd om het eenhoofdig gezag bij de man te laten, wat het hof heeft overgenomen. Tevens is een informatieregeling vastgesteld waarbij de man de vrouw maandelijks per e-mail informeert over belangrijke zaken met betrekking tot de minderjarige. De bijzondere curator is ontslagen van haar werkzaamheden, nu haar taak is vervuld. De beschikking is openbaar uitgesproken op 26 juli 2022.