ECLI:NL:GHAMS:2022:2143

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 april 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
23-000198-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Invoer van koffie met Sahlep en overtreding van de Wet natuurbescherming

Dit arrest betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin de verdachte werd beschuldigd van het in strijd handelen met de Wet natuurbescherming door het invoeren van koffie met het ingrediënt Sahlep. De verdachte had op 1 februari 2019 twee pakken koffiebonen met Sahlep ingevoerd vanuit Turkije naar Nederland. De advocaat-generaal vorderde dat de verdachte schuldig werd bevonden zonder oplegging van straf of maatregel. De verdediging stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de verboden ingrediënten en dat de koffiebonen in Turkije legaal waren aangeschaft. Het hof oordeelde dat de verdachte niet de nodige zorg had betracht en dat het beroep op afwezigheid van alle schuld niet kon slagen. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en verklaarde het bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan. Het hof oordeelde dat er geen straf of maatregel opgelegd hoefde te worden, gezien de beperkte hoeveelheid Sahlep en het blanco strafblad van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000198-21
datum uitspraak: 21 april 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 januari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 81-075548-19 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 april 2022.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
dat zij op of omstreeks 1 februari 2019 te Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer, heeft gehandeld in strijd met (een) bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift(en) van (een) EU-verordening(en), te weten artikel 4, lid 1 en/of 2 van de Basisverordening (EG) nr. 338/97 door, al dan niet opzettelijk, specimen van de in bijlage A en/of B bij deze verordening genoemde soorten, te weten 2, althans één of meerdere zakken gevuld met OSSO OSMANLI, met het ingrediën Sahlep, Nederlandse benaming orchideeën, in de Gemeenschap binnen te brengen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de verdachte schuldig wordt bevonden aan het haar tenlastegelegde zonder oplegging van straf of maatregel.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. De verdachte heeft twee pakken koffiebonen gekocht in een supermarkt in Turkije en meegenomen naar Nederland. Op de ingrediëntenlijst stond Sahlep vermeld. In het Nederlands betekent dit niet ‘orchidee’, maar ‘knol van de orchidee’ en dat valt niet onder de reikwijdte van het invoerverbod.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het dossier volgt dat de verdachte op 1 februari 2019 twee pakken van elk 200 gram koffiebonen met Sahlep heeft ingevoerd. Op grond van de CITES-Basisverordening is de invoer van Sahlep enkel toegestaan wanneer hiervoor een invoervergunning is afgegeven. De verdachte beschikte niet over een vergunning. Voor zover Sahlep zou staan voor slechts een knol van een orchidee, maakt dit het niet anders, nu knollen niet zijn uitgezonderd van het bedoelde invoerverbod.
Het verweer wordt verworpen.
Het hof acht het tenlastegelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 1 februari 2019 te Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer, heeft gehandeld in strijd met een bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift van een EU-verordening, te weten artikel 4, lid 2 van de Basisverordening (EG) nr. 338/97 door opzettelijk specimen van de in bijlage B bij deze verordening genoemde soorten, te weten twee zakken gevuld met OSSO OSMANLI, met het ingrediënt Sahlep, Nederlandse benaming orchidee, in de Gemeenschap binnen te brengen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3.37, eerste lid, van de Wet natuurbescherming.

Strafbaarheid van de verdachte

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Hij heeft een beroep gedaan op afwezigheid van alle schuld wegens dwaling ten aanzien van de wederrechtelijkheid en heeft hiertoe het volgende aangevoerd. De verdachte heeft als gezegd twee pakken koffiebonen gekocht in een supermarkt in Turkije. Zij mocht er daarom van uit gaan dat er geen verboden ingrediënten in de koffie zouden zitten. Dit geldt temeer omdat een koffieboon een niet samengesteld en rechtstreeks uit de natuur afkomstig product is en omdat de pakken koffiebonen ook in Nederland worden verkocht.
Het hof overweegt als volgt.
Vooropgesteld moet worden dat voor het slagen van een beroep op afwezigheid van alle schuld wegens dwaling ten aanzien van de wederrechtelijkheid van het bewezen verklaarde feit, vereist is dat aannemelijk is dat een verdachte heeft gehandeld in een verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging. Van een zodanige onbewustheid kan slechts sprake zijn, indien de verdachte ten tijde van het begaan van het feit in de overtuiging verkeerde, dat zijn gedraging niet ongeoorloofd was. Daarbij is vereist dat de verdachte de maximaal te vergen zorg heeft betracht. De verdachte heeft dat niet gedaan. Het enkele feit dat de betreffende pakken koffiebonen in Turkije in de supermarkt worden verkocht, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat het dan ook is toegestaan deze in te voeren in de Europese Unie. Ook de gestelde verkoop van deze pakken koffiebonen in Nederland brengt dit nog niet met zich, nu de inkoop daarvan met een invoervergunning kan zijn geschied. Wie naar de Europese Unie reist, moet zich oriënteren op wat wel en niet mag worden ingevoerd en dient aangeschafte en/of mee te nemen goederen op de ingrediënten controleren. Dat heeft de verdachte niet gedaan. Haar komt dan ook geen beroep op verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de strafbare gedraging toe. Het verweer wordt verworpen.
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 50,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof overweegt het volgende.
De verdachte heeft in strijd met de daarvoor geldende regels Sahlep ingevoerd. De desbetreffende regelgeving dient ertoe bedreigde dieren- en plantensoorten te beschermen. Nu het echter gaat om een zeer beperkte hoeveelheid Sahlep en gelet op het blanco strafblad van de verdachte, acht het hof het raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en artikel 3.37 van de Wet natuurbescherming.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. M. Senden en mr. A.J. van Es, in tegenwoordigheid van mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 april 2022.
Mr. A.J. van Es en mr. S. Geensen zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]
.