ECLI:NL:GHAMS:2022:2142

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 april 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
23-002495-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van het hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 april 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De zaak betreft het parketnummer 23-002495-21, en het vonnis waartegen hoger beroep is ingesteld, dateert van 6 juli 2021. Tijdens de zitting van 7 april 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in haar hoger beroep.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep begon op 26 november 2021. De verdachte heeft op 7 april 2022 een akte ingediend waarin zij aangeeft de bezwaren tegen het vonnis niet te willen handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen belang meer heeft bij de behandeling van het hoger beroep en dat er geen andere rechtens te respecteren belangen zijn die een verder onderzoek rechtvaardigen.

Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Het arrest is ondertekend door de rechters, hoewel twee van hen buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002495-21
datum uitspraak: 7 april 2022
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 6 juli 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-032049-21 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum 1] ,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 april 2022.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkend tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in haar hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft op de zitting van 26 november 2021 een aanvang genomen.
Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 7 april 2022 wenst de verdachte de bezwaren tegen het vonnis niet te handhaven. Nu de verdachte geen belang meer stelt in behandeling van het hoger beroep en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Senden, mr. A.M. Koolen – Zwijnenburg en mr. A.J. van Es, in tegenwoordigheid van mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 april 2022.
mr. S. Geensen en mr. A.J. van Es zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.