ECLI:NL:GHAMS:2022:2136
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis in hoger beroep inzake mishandeling en ontoerekeningsvatbaarheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, dat op 11 september 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in eerste aanleg was veroordeeld voor mishandeling. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 juli 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis van de rechtbank. De raadsvrouw van de verdachte heeft ook haar standpunten naar voren gebracht. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof geconcludeerd dat er geen aanleiding was om tot een ander oordeel te komen dan de rechtbank. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep en heeft dit bevestigd. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 19 juli 2022.