ECLI:NL:GHAMS:2022:2135

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juli 2022
Publicatiedatum
19 juli 2022
Zaaknummer
23-003348-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van een auto met valse sleutel en verkeersdelicten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van diefstal van een auto (Mercedes Benz) met een valse sleutel en van verkeersdelicten die op 2 september 2021 in Amsterdam hebben plaatsgevonden. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 7 december 2021, waarin hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden en een geldboete van 750 euro. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting van 5 juli 2022.

De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van de auto met het oogmerk om deze wederrechtelijk toe te eigenen, en het veroorzaken van gevaar op de weg door met te hoge snelheid te rijden, zonder rijbewijs en het negeren van een stopteken. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot taakstraffen van 100 uren en 20 uren, met bijkomende hechtenis indien deze niet naar behoren worden verricht.

Daarnaast heeft de benadeelde partij een vordering tot schadevergoeding ingediend, die door het hof niet-ontvankelijk is verklaard, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften genoemd en de beslissing om de verdachte te veroordelen tot taakstraffen en de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, is in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003348-21
datum uitspraak: 19 juli 2022
VERSTEK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 december 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-237538-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
postadres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
5 juli 2022.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 2 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (te weten een Mercedes Benz), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen auto onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door met behulp van bijbehorende sleutel de auto te starten (en weg te rijden);
subsidiair althans, indien het voorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 2 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (te weten een Mercedes Benz), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij, op of omstreeks 2 september 2021 te Amsterdam en/of Broek in Waterland, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (te weten een Mercedes Benz personenauto), daarmee rijdende op de weg, de A10 en/of de Zunderdorpergouw en/of de Broekergouw en/of de Kruisweg en/of de Middenweg, zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op die weg werd veroorzaakt en het verkeer op die weg werd gehinderd, welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen aldaar met te hoge snelheid voor die verkeerssituatie heeft gereden waardoor meerdere, in elk geval een, weggebruikers moesten uitwijken, en/of zonder rijbewijs heeft gereden en/of een stop-teken heeft genegeerd en/of in een bocht de controle over het stuur is verloren, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 2 september 2021 te Amsterdam een auto (Mercedes Benz) die aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen auto onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door met behulp van bijbehorende sleutel de auto te starten en weg te rijden;
2.
hij op 2 september 2021 te Amsterdam en Broek in Waterland als bestuurder van een voertuig (Mercedes Benz personenauto), daarmee rijdende op de weg, de A10 en de Zunderdorpergouw en de Broekergouw en de Kruisweg en de Middenweg, zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op die weg werd veroorzaakt en het verkeer op die weg werd gehinderd, welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen aldaar met een te hoge snelheid voor die verkeerssituatie heeft gereden waardoor weggebruikers moesten uitwijken, en zonder rijbewijs heeft gereden en een stopteken heeft genegeerd en in een bocht de controle over het stuur is verloren, door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, en het verkeer op die weg werd gehinderd.
Hetgeen onder 1 primair en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 primair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden en voor het onder 2 bewezenverklaarde tot een geldboete van 750 euro subsidiair 15 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een auto. Dit is een zeer ergerlijk feit, waarbij de verdachte geen respect heeft getoond voor andermans eigendom. Ook heeft hij het ambtelijk gezag ondermijnd doordat hij heeft geprobeerd te vluchten voor de politie. De verdachte heeft hierbij gevaar op de weg veroorzaakt voor de andere weggebruikers. De verdachte heeft de auto tot slot total loss gereden. Dit heeft tot veel financiële schade en overlast geleid voor de rechthebbende.
Bij de strafoplegging houdt het hof enerzijds rekening met de ernst van de feiten, maar anderzijds met de betrekkelijk jonge leeftijd van de verdachte en de omstandigheid dat hij ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten als
first offenderkan worden aangemerkt. Het hof ziet derhalve geen aanleiding tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf.
Het hof acht, alles afwegende, taakstraffen van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 25.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 25.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot de niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij in de vordering, nu de vordering niet is onderbouwd.
Het hof acht aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden, doordat haar auto is gestolen en vervolgens total loss is gereden door de verdachte. In de vordering van de benadeelde partij wordt echter niet gerept over de schade aan de auto, maar wel over werkgerelateerde schade. Deze vordering is niet met enig stuk onderbouwd en het is het hof dan ook onvoldoende duidelijk hoe de benadeelde partij tot dit bedrag is gekomen.
De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 62, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5 en 177 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ten aanzien van onder 1 primair bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. V.M.A. Sinnige, mr. S.M.M. Bordenga en mr. R.A.E. van Noort, in tegenwoordigheid van mr. S. Groot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
19 juli 2022.
=========================================================================
[…]
.