ECLI:NL:GHAMS:2022:2104
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Incident tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad van een verklaring voor recht; afwijzing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in een incident dat was ingesteld door Forbon Technology Netherlands B.V. tegen [appellante] B.V. Het incident betrof een verzoek om uitvoerbaarverklaring bij voorraad van een verklaring voor recht die door de rechtbank Amsterdam was gegeven in een eerder vonnis. De rechtbank had in dat vonnis bepaald dat [appellante] verplicht was tot medewerking aan het vaststellen van de Nomalized EBITDA, maar had deze beslissing niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Forbon vorderde in het incident dat het hof deze beslissing alsnog uitvoerbaar bij voorraad zou verklaren.
Het hof overwoog dat een verklaring voor recht naar zijn aard niet vatbaar is voor tenuitvoerlegging en dat de door Forbon aangevoerde argumenten niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. Het hof wees de incidentele vordering van Forbon af en oordeelde dat de kosten van het incident voor rekening van Forbon zouden komen, als de in het ongelijk gestelde partij. De hoofdzaak werd verwezen naar een latere rolzitting voor het indienen van een memorie van grieven door [appellante].