ECLI:NL:GHAMS:2022:2075

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
14 juli 2022
Zaaknummer
23-001728-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en bewezenverklaring van diefstal in vereniging met braak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging met braak, gepleegd op 16 januari 2020 te Amstelveen. De verdachte had samen met een ander een Playstation controller, een X-box controller en een netwerkswitch weggenomen uit een woning. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden. De verdediging voerde aan dat de bewijsvoering onvoldoende was, maar het hof oordeelde dat de processen-verbaal van herkenning door verbalisanten voldoende betrouwbaar waren. Het hof achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten, waarbij het hof de ernst van de inbraak en de impact op de slachtoffers in overweging nam. De verdachte had eerder soortgelijke delicten gepleegd, wat ook meeweegt in de strafmaat. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001728-21
datum uitspraak: 8 februari 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 10 juni 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-231718-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 januari 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De raadsman heeft namens de verdachte hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 16 januari 2020 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (Playstation) controller inclusief oplaadstation en/of een (X-box) controller en/of een netwerkswitch (merk Sitecom), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, door het slot uit de achterdeur te verwijderen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal om proceseconomische redenen worden vernietigd.

Bewijsoverweging

De raadsman van de verdachte heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken, nu de bewezenverklaring (naast de aangifte) enkel is gebaseerd op twee processen-verbaal van herkenning. De foto’s in het dossier zijn van onvoldoende kwaliteit om tot een betrouwbare herkenning te komen. Een van de twee verbalisanten noemt geen enkel aspect op grond waarvan hij tot een herkenning van de verdachte komt, terwijl de andere verbalisant alle denkbare gezichtskenmerken opsomt, maar verzuimt te benoemen wat zo specifiek is aan de persoon op de foto en op grond waarvan hij meent dat die persoon de verdachte is. Ook is niet gebleken dat de verdachte en de medeverdachte elkaar kennen.
Het hof verwerpt het verweer van de raadsman en stelt voorop dat het, anders dan de raadsman, de zich in het dossier bevindende foto’s en beelden van voldoende kwaliteit acht om op grond daarvan tot een betrouwbare herkenning te kunnen komen. Ten aanzien van de herkenningen geldt dat twee verbalisanten elk afzonderlijk een proces-verbaal hebben opgemaakt waarin zij te kennen geven de verdachte te herkennen als de persoon die is te zien op de aandachtvestiging (verbalisant [verbalisant 1]) en de camerabeelden, gemaakt in de woning ten tijde van de inbraak (verbalisant [verbalisant 2]). Deze op ambtseed of -belofte opgemaakte herkenningen van de verdachte zijn naar het oordeel van het hof voldoende specifiek en ondersteunen elkaar. Het hof neemt daarbij in het bijzonder in aanmerking het proces-verbaal van herkenning van [verbalisant 1], inhoudende dat hij diverse malen met de verdachte in contact is geweest, dat hij de verdachte op diens scooter heeft zien rijden en hem heeft aangesproken, en dat hij de verdachte tijdens zijn werkzaamheden zo nu en dan ziet. Gelet op het voorgaande acht het hof de betreffende processen-verbaal bruikbaar voor het bewijs.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 16 januari 2020 te Amstelveen, tezamen en in vereniging met een ander, een Playstation controller inclusief oplaadstation, een X-box controller en een netwerkswitch (merk Sitecom), toebehorend aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak, door het slot uit de achterdeur te verwijderen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Door zo te handelen heeft hij laten blijken er niet voor terug te deinzen om met het oog op eigen gewin inbreuk te maken op het eigendomsrecht en de privésfeer van anderen. De ervaring leert dat slachtoffers van woninginbraken zich nog gedurende langere tijd angstig en onveilig kunnen voelen. Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 13 januari 2022 is hij bovendien eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake soortgelijke delicten, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof heeft gelet op de straffen die door rechters in vergelijkbare gevallen plegen te worden opgelegd en die hun weerslag hebben gevonden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Daarin wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden genoemd. Het hof acht die straf ook in deze zaak passend en geboden. Daarin ligt besloten dat het hof geen ruimte ziet voor oplegging van een andere straf, zoals de door de raadsman bepleite taakstraf.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. D. Abels, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 februari 2022.
Mr. A.E. Kleene-Krom is buiten staat het arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]
.