In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 februari 2022 was gewezen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarbij de advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg was opgelegd. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 23 juni 2022 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman.
Het hof heeft besloten het vonnis waarvan beroep te bevestigen, maar met de aanpassing dat de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen worden vervangen. Tevens voegt het hof artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toe aan de toepasselijke wettelijke voorschriften. Dit betekent dat het hof de inhoud van het vonnis bevestigt, maar met een belangrijke wijziging in de bewijsvoering. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 juli 2022, waarbij mr. A. Dantuma-Hieronymus niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.