ECLI:NL:GHAMS:2022:2019

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 juli 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
23-003525-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal en heling van fietsen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal en heling van fietsen, maar heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 24 juni 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van één week en de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden eiste. De tenlastelegging betrof de diefstal van meerdere fietsen op 15 juli 2018 in Zandvoort, waarbij de verdachte samen met anderen zou hebben gehandeld.

Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor de diefstal of heling van de fietsen. Ondanks dat de verdachte in verband kan worden gebracht met de gestolen fietsen, kon het hof niet vaststellen dat hij daadwerkelijk betrokken was bij de diefstal of dat hij wist dat de fietsen van criminele herkomst waren. Hierdoor heeft het hof besloten om de verdachte vrij te spreken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde.

Daarnaast heeft het hof ook de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, aangezien de verdachte is vrijgesproken. De benadeelde partij, die een schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het tenlastegelegde feit. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de kosten voor beide partijen zijn vastgesteld.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003525-18
datum uitspraak: 8 juli 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 oktober 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 15-140057-18 en 16-652167-18 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 juni 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte voor het onder 1 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week, met aftrek van voorarrest, en tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 2 maanden.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primairhij op of omstreeks 15 juli 2018 te Zandvoort
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een fiets, merk gazelle (Orange C7+, kleur grijs) toebehorend aan [benadeelde 1] en/of
-een fiets, merk gazelle (Orange C7+, kleur grijs) toebehorend aan [benadeelde 2] en/of
-twee althans een of meer fietsen, (beiden) merk gazelle (Ecliopse C8, kleur grijs) toebehorend aan [benadeelde 3], in elk geval (telkens) enig goed, dat (telkens) geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen fiets(en) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht (telkens) door middel van braak en/of (telkens) door gebruik te maken van een geprepareerde sleutel, in elk geval (telkens) door gebruik te maken van een valse sleutel;
subsidiair:
hij op of omstreeks 15 juli 2018 te Zandvoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten 4 althans een of meer fietsen heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing met betrekking tot de bewijsvraag komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder primair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De raadsvrouw heeft vrijspraak van het primair en subsidiair tenlastegelegde bepleit.
Hoewel de verdachte, op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, in verband kan worden gebracht met fietsen die zijn gestolen op 15 juli 2018 in Zandvoort, kan het hof niet vaststellen dat hij de diefstal heeft gepleegd. Evenmin kan het hof vaststellen dat de verdachte een of meer van die fietsen heeft geheeld, nu het dossier geen uitsluitsel biedt over de wijze waarop de verdachte de betreffende fietsen heeft verworven of voorhanden heeft gekregen, laat staan dat hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen ervan wist dat de fietsen een criminele herkomst hadden. Ook zijn er geen concrete aanknopingspunten voor de gevolgtrekking dat de verdachte de diefstal of heling van de fietsen in vereniging heeft gepleegd. Het voorgaande brengt het hof tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het primair of subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht van 1 juni 2018 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 789,13. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 139,15. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Omdat de verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde feit kan de benadeelde partij in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 17 juli 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht van 1 juni 2018, parketnummer 16-652167-18, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 2 maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. L. Muyselaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 juli 2022.
=========================================================================
[…]