Uitspraak
Onderzoek van de zaak
22 juni 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode 1 september 2018 tot en met 20 mei 2019 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die [slachtoffer], met het oogmerk [slachtoffer], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte aldaar in genoemde periode
- eenmaal of meermalen per dag post gevat voor de woning van voornoemde [slachtoffer] en/of zich opgehouden in de directe omgeving van de woning van voornoemde [slachtoffer] en/of
- eenmaal of meermalen voornoemde [slachtoffer] voor en/of bij haar werk/(beauty)salon opgewacht en/of
- voornoemde [slachtoffer] dagelijks (een groot aantal keren) gebeld en/of
- dagelijks (een groot aantal keren) de voicemail van voornoemde [slachtoffer] ingesproken (met bedreigende teksten);
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 20 mei 2019 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] (telefonisch) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of brandstichting, door (telkens) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Als je mij zo blijft negeren. Anders brand ik je kanker tent af en je kankerkop erbij ook [slachtoffer]. Je moet ophouden met zo te doen. Ff normaal die kuttelefoon opnemen. Als je zo kinderachtig blijft heb je een heel groot probleem tering wijf? en/of
- "Maar mijn tijd komt ook [slachtoffer] ik zweer het je. Het zal je bezuren wat je mij hebt aangedaan. Je bent te ver gegaan?,
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
4 juni 2019 2103 keer telefonisch contact heeft gehad met de aangeefster. Van die telefonische contacten zijn 1763 telefoontjes uitgegaan van de verdachte naar de aangeefster. Alhoewel de stelling van de raadsman klopt dat niet precies kan worden vastgesteld wanneer deze contacten hebben plaatsgevonden, is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat een substantieel deel van deze contacten vóór 20 mei 2019 heeft plaatsgevonden. Dit wordt ondersteund door de verklaring van de verdachte, die heeft verklaard dat hij in ieder geval sinds 18 of 19 april [het hof begrijpt: 2019], dus ook binnen de tenlastegelegde periode, de aangeefster dagelijks belde.
Bewezenverklaring
hij op tijdstippen gelegen in de periode 1 december 2018 tot en met 20 mei 2019 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], met het oogmerk [slachtoffer], te dwingen iets te dulden, immers heeft hij, verdachte, aldaar in genoemde periode
- een- of meermalen per dag post gevat voor de woning van [slachtoffer] en
- eenmaal [slachtoffer] bij haar werk opgewacht en
- [slachtoffer] dagelijks (een groot aantal keren) gebeld.
hij op 8 mei 2019 te Uithoorn, [slachtoffer] telefonisch heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of brandstichting, door [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
2 jaren.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
55 (vijfenvijftig) dagen.
30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
6 juli 2022.