7.6.bepaalt dat de netto verkoopopbrengst van de woning bij de notaris in depot zal blijven totdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de verdeling daarvan of totdat daarover door een rechter is beslist.
Onder 7.9. is afgewezen het in conventie door de vrouw meer of anders gevorderde, namelijk de man te veroordelen de woning te ontruimen, haar te machtigen de ontruiming met behulp van de sterke arm te bewerkstelligen, haar verlof te verlenen een nieuw slot op de deur van de woning te plaatsen, waarvan de sleutels door makelaar [makelaar] en/of haarzelf worden zullen worden beheerd en de man op straffe van dwangsommen te veroordelen de hypotheektermijnen betreffende de woning op tijd te betalen zo lang de woning nog niet is verkocht.
In reconventie heeft de voorzieningenrechter op daartoe strekkende vorderingen van de man, voor zover voor het hoger beroep van belang:
onder 7.10 de vrouw veroordeeld om binnen een maand na betekening van het vonnis 20.000 aandelen in [onderneming ] aan de man te leveren, en
onder 7.11 aan die veroordeling een dwangsom verbonden van € 100,- voor iedere dag dat zij aan de veroordeling niet voldoet;
onder 7.16 afgewezen de vorderingen van de man:
- de vrouw te veroordelen aan de man te betalen € 18.282,01 -de helft van de volgens de man door de vrouw ontvangen kinderbijslag en kindgebonden budget vanaf het derde kwartaal van 2018-, dan wel op straffe van dwangsommen bankafschriften over te leggen waaruit blijkt hoeveel kinderbijslag en kind gebonden budget zij heeft ontvangen,
- te bepalen dat vanaf januari 2022 de SVB en de Belastingdienst de helft van respectievelijk de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan de man moeten voldoen, dan wel de vrouw op straffe van dwangsommen te veroordelen de helft van de door haar vanaf januari 2022 (te) ontvangen kinderbijslag en kindgebonden budget aan de man over te maken,
- de vrouw te veroordelen € 6.117,50 aan de man te voldoen in verband met volgens de man door hem afgeloste gemeenschapsschulden,
- de uitvoerbaarheid bij voorraad van de beslissing over de verdeling van de woning in de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2021 te schorsen.