ECLI:NL:GHAMS:2022:1983
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en zorgregeling voor minderjarigen na scheiding van ouders
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een omgangsregeling en zorgregeling voor twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], na de scheiding van hun ouders, de vrouw en de man. De vrouw heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam van 27 oktober 2021, waarin werd bepaald dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben en dat de man kinderalimentatie dient te betalen. De man heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt om een zorgregeling die hem meer tijd met de kinderen toekent.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 maart 2022 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en was ook de Raad voor de Kinderbescherming vertegenwoordigd. Het hof heeft de verzoeken van beide ouders gezamenlijk behandeld. De ouders zijn het grotendeels eens over de zorgregeling, maar er zijn geschillen over de specifieke invulling van de zorgmomenten.
Het hof heeft uiteindelijk besloten dat de kinderen iedere donderdag na de buitenschoolse opvang bij de man verblijven en in de oneven weken van vrijdag uit school tot maandag naar school bij de man zullen zijn. In de even weken verblijven de kinderen op vrijdag uit school tot 18.00 uur bij de man, waarna hij hen naar de vrouw brengt. Voor [minderjarige 1] is een opbouwregeling vastgesteld, waarbij het contact met de man geleidelijk wordt uitgebreid. De vrouw is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot schorsing van de eerdere beschikking.