[de man] is met 6 grieven in hoger beroep gekomen. Deels zijn de grieven gericht tegen de beslissing van de kantonrechter, deels dienen ze als onderbouwing van de tegenvorderingen. Omdat de tegenvorderingen daarna zijn ingetrokken behoeven de grieven, voor zover ze dienen ter onderbouwing van de tegenvorderingen, geen bespreking meer.
De nog wel te bespreken grieven zijn:
-grief 1, waarin wordt opgekomen tegen de toewijzing van de vordering van [de vrouw] , alsmede een beroep wordt gedaan op verrekening in verband met teveel betaalde kosten van de gemeenschappelijke huishouding;
-grief 2, waarin het standpunt dat [de man] teveel heeft bijgedragen aan de kosten van de gemeenschappelijke huishouding nader wordt uitgewerkt;
-grief 3, voor zover die zich richt tegen het oordeel dat volgens [de man] door de kanonrechter is gegeven, dat [de man] niet aannemelijk heeft kunnen maken dat sprake zou kunnen zijn van overbedeling van [de vrouw] ; volgens [de man] is dit oordeel onjuist, omdat [de vrouw] zich onrechtmatig/ongerechtvaardigd heeft verrijkt door gelden van [de man] te onttrekken;
-grief 4, voor zover die inhoudt dat ook sprake is van overbedeling van [de vrouw] in verband met de lease-auto, merk Audi, kenteken [kenteken] , dat ook deze post verrekend dient te worden en [de man] uit dien hoofde aanspraak maakt op een bedrag van € 9.500,-, waarmee ook een schuld aan de vader van [de man] van € 6.800,- voor de financiering van de auto moet worden voldaan;
-grief 6, dat is gericht tegen de proceskostenveroordeling.