In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van een woninginbraak die plaatsvond op 13 oktober 2020 te Amsterdam. Tijdens de inbraak zijn onder andere een Apple MacBook en diverse sieraden weggenomen. De verdachte werd herkend door politieambtenaren op basis van camerabeelden en andere bewijsmiddelen. Het hof heeft vastgesteld dat de herkenningen betrouwbaar zijn en dat de verdachte betrokken was bij de inbraak. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar het hof heeft het vonnis vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan diefstal in vereniging. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare feiten, wat meeweegt in de strafoplegging. Het hof heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden opgelegd, waarbij de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers zwaar zijn meegewogen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een brutale inbraak in de nacht, wat grote emotionele schade heeft veroorzaakt voor de bewoners. Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden.