ECLI:NL:GHAMS:2022:1941

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
5 juli 2022
Zaaknummer
200.308.834/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken van Magic Coffee International B.V. en onmiddellijke voorzieningen

In deze zaak heeft verzoeker [A] de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam verzocht om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Magic Coffee International B.V. (MC International) over de periode vanaf 7 januari 2019. Tevens verzocht hij om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van [B] als bestuurder van MC International en de overdracht van aandelen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder. De Ondernemingskamer heeft op 28 juni 2022 uitspraak gedaan. De zaak draait om een conflict tussen [A] en [B], die samen het bestuur van MC International vormen en elk 50% van de aandelen bezitten. De verhoudingen zijn verstoord door beschuldigingen van onrechtmatig handelen door [B], waaronder het onttrekken van gelden aan de vennootschap en het oprichten van een concurrerende vennootschap, MC Blends. De Ondernemingskamer heeft geconstateerd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en gang van zaken binnen MC International. De Ondernemingskamer heeft besloten om een onderzoek te bevelen en heeft onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de schorsing van [A] en [B] als bestuurders en de benoeming van een nieuwe bestuurder. De kosten van het onderzoek komen voor rekening van MC International, die momenteel niet in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen. De Ondernemingskamer heeft ook de kosten van de procedure aan MC International en [B] opgelegd.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.308.834/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 28 juni 2022
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. A. Tariki, kantoorhoudende te Arnhem,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAGIC COFFEE INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Haarlem,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
e n t e g e n
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. C.J. van Dijk,kantoorhoudende te Ede,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAGIC COFFEE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Haarlem,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen.
Verzoeker, verweerster en belanghebbenden worden hierna respectievelijk aangeduid als [A] , MC International, [B] en MC Nederland.

1.Het verloop van het geding

1.1
[A] heeft bij verzoekschrift van 1 april 2022 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van MC International over de periode vanaf 7 januari 2019;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. [B] te schorsen als bestuurder van MC International;
b. de door – naar de Ondernemingskamer begrijpt: [B] – gehouden aandelen in MC International over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
3. MC International te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
MC International en [B] hebben bij verweerschrift van 28 april 2022 geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid althans de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van [A] af te wijzen en hem te veroordelen in de kosten van de procedure
1.3
Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 19 mei 2022. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties. Mr. Van Dijk heeft bezwaar gemaakt tegen de overlegging door mr. Tariki van producties 14 tot en met 17, omdat die buiten de daarvoor gestelde termijn waren toegezonden en hij de inhoud van de producties nauwelijks heeft kunnen bespreken met zijn cliënt. Mr. Tariki heeft aangevoerd dat de termijnoverschrijding slechts 1 uur en 19 minuten betreft zodat mr. Van Dijk voldoende gelegenheid moet hebben gehad de producties met [B] te bespreken, dat [B] redelijkerwijs kon weten dat deze verklaringen nog zouden worden ingediend en van een schending van de goede procesorde derhalve geen sprake is. De Ondernemingskamer wijst het bezwaar van mr. Van Dijk af. De termijnoverschrijding alsmede de omvang van de betreffende producties is dusdanig beperkt dat van strijd met de goede procesorde geen sprake is.
1.4
Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Ter zitting heeft [A] desgevraagd toegelicht dat zijn verzoek is gericht op MC International en dat hij de Ondernemingskamer tevens verzoekt te bepalen dat het de onderzoeker vrijstaat de bezwaren voor zover die betrekking hebben op MC Nederland bij het onderzoek te betrekken, voor zover de onderzoeker dat nodig acht.

2.Inleiding en feiten

2.1
Deze zaak gaat over de mislukte samenwerking tussen [A] en [B] in MC International. Vanaf 2019 hebben zij zich samen toegelegd op de ontwikkeling en verkoop van een gepatenteerd koffieconcentraat door dochtermaatschappij MC Nederland. In 2021 is [B] begonnen met de ontwikkeling van een nieuw koffieproduct vanuit een door hem opgerichte vennootschap, waaraan naast [B] twee andere aandeelhouders van de werkmaatschappij MC Nederland deelnemen. [A] stelt dat hij en niet [B] dit nieuwe koffieproduct heeft bedacht en dat er sprake is van een
corporate opportunitydie aan MC International is ontnomen. Ook stelt hij dat [B] concurrerende activiteiten onderneemt doordat hij via deze nieuwe vennootschap een vergelijkbaar product als dat van MC Nederland verkoopt. Sindsdien zijn de verhoudingen tussen [A] en [B] ernstig verstoord en heeft de vennootschap serieuze liquiditeitsproblemen. Op dit moment worden geen of nauwelijks activiteiten ondernomen.
2.2
MC International is op 7 januari 2019 opgericht. [A] en [B] houden elk 50% van de aandelen in MC International. Zij vormen samen het bestuur van MC International en zijn als bestuurders gezamenlijk bevoegd MC International te vertegenwoordigen.
2.3
MC Nederland is op 24 september 2019 opgericht. MC International is haar enig bestuurder. Blijkens het overgelegde uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel houdt MC International alle aandelen in MC Nederland. Tussen partijen is evenwel niet in geschil dat [C] , [D] , [E] en [F] ieder 4,99% van de aandelen in MC Nederland houden en dat MC International de overige 80,04% van de aandelen houdt.
2.4
MC Nederland drijft een onderneming die zich toelegt op de verkoop van een koffieconcentraat waarmee door toevoeging van water koffievariaties kunnen worden gemaakt. Daarbij maakt MC Nederland gebruik van een op 5 juli 2019 aangevraagd en op 2 februari 2021 aan MC International verleend en geregistreerd octrooirecht. Het octrooirecht ziet op een koffieconcentraat waaraan een verdikkingsmiddel is toegevoegd. [A] en [B] staan beiden geregistreerd als uitvinders. MC Nederland heeft over 2019 een licentievergoeding van € 1.200 aan MC International betaald.
2.5
Op 22 oktober 2021 heeft [B] Magic Coffee Blends B.V. (hierna: MC Blends) opgericht. Blijkens het overgelegde uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel houdt [B] alle aandelen in MC Blends en is hij haar enige bestuurder. MC Blends ontwikkelt onder andere een technische oplossing waarmee koffiesoorten ‘arabica’ en ‘robusta’ in één machine tot verschillende koffiesmaken kunnen worden gemengd. De Haan en Manurat zijn als investeerders bij de activiteiten van MC Blends betrokken.
2.6
Bij e-mail van 16 december 2021 heeft [A] aan [B] onder meer geschreven dat het idee van een koffiemengmachine van hem afkomstig is, dat de contacten met een ontwikkelaar via hem zijn verlopen en dat de activiteiten binnen MC International en MC Nederland tijdelijk moeten worden gestopt. [B] heeft daarop bij e-mail van dezelfde dag geschreven dat het [A] vrijstaat om voor eigen rekening en risico een koffiemachine te ontwikkelen, maar dat dit niet mogelijk is vanuit MC International, zonder eerst een statutenwijziging door te voeren. [A] heeft vervolgens diezelfde dag laten weten niet langer met [B] te willen samenwerken en een exit na te streven.
2.7
Na een ruzie tussen [A] en [B] heeft [B] bij e-mail van 17 december 2021 aan [A] geschreven aangifte tegen hem te zullen doen van intimidatie.
2.8
Bij brief van 28 december 2021 aan [B] heeft de advocaat van [A] mede namens de vennootschap aan de orde gesteld dat [B] gelden heeft onttrokken aan de bankrekening van MC Nederland ten behoeve van privé-uitgaven en betalingen aan zijn minderjarige dochter, dat hij namens de vennootschap ten onrechte omzetbelasting heeft teruggevraagd en ontvangen die weer moet worden terugbetaald en dat hij met MC Blends een concurrerende vennootschap heeft opgericht. In de brief is [B] aansprakelijk gesteld voor alle schade die MC Nederland dientengevolge geleden heeft en is [B] gesommeerd een schadevergoeding te betalen, terug te treden als bestuurder van MC International en de concurrerende activiteiten van MC Blends te staken.
2.9
Op 3 en 4 januari 2022 heeft [A] per e-mail de brief van 28 december 2021 aan de dochter van [B] , een groot aantal klanten, leveranciers, investeerders en potentiële afnemers gestuurd met als onderwerp
‘Berichtgeving waarschuwing [B] Magic Coffee’. In het begeleidend schrijven schrijft [A] :
“Zeer gewaardeerde klanten, [ [B] ] is een oplichter. Ik waarschuw u om geen zaken met hem te doen. (…)”.

3.De gronden van de beslissing

3.1
[A] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van MC International en dat de toestand van de vennootschap nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Als toelichting heeft [A] – samengevat – het volgende naar voren gebracht:
a) [B] heeft gelden onttrokken aan de bankrekeningen van MC International en MC Nederland en daarmee betalingen verricht aan onder andere aan hem gelieerde vennootschappen en aan zijn dochter;
b) [B] heeft, buiten medeweten of betrokkenheid van [A] , een met MC International concurrerende vennootschap opgericht (MC Blends), waarin onder meer hetzelfde product wordt verkocht als MC International verkoopt en waarop MC International een octrooirecht houdt;
c) [B] heeft namens MC International en MC Nederland onjuiste btw-aangiftes bij de Belastingdienst ingediend en verzocht om teruggave zonder dat MC International en MC Nederland daarop aanspraak konden maken;
d) Magic Coffee International beschikt niet over een administratie en er zijn geen jaarrekeningen opgesteld en vastgesteld;
e) er is een impasse in zowel de algemene vergadering als het bestuur van MC International.
3.2
MC International en [B] hebben gemotiveerd verweer gevoerd. De Ondernemingskamer zal hieronder waar nodig op dit verweer ingaan.
3.3
De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
Ontvankelijkheid
3.4
MC International en [B] hebben zich op het standpunt gesteld dat [A] niet ontvankelijk is in zijn verzoek nu niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 2:349 lid 1 BW: de brief van mr. Tariki van 28 december 2021 is niet (ook) gericht aan MC International en bevat geen bezwaren tegen het beleid van de vennootschap, maar zien uitsluitend op het gestelde schadelijk handelen van [B] . De Ondernemingskamer volgt MC International daarin niet. Het doel van een bezwarenbrief is dat de vennootschap in de gelegenheid wordt gesteld de bezwaren te onderzoeken en waar nodig weg te nemen dan wel het beleid en de gang van zaken te herstellen. De brief van 28 december 2021 is weliswaar niet (ook) gericht aan MC International, maar bevat niettemin bezwaren van [A] tegen specifieke gedragingen van [B] in diens hoedanigheid van bestuurder van MC International. Nu de brief namens [A] aan [B] is verstuurd was het bestuur van de vennootschap, mede gelet op de omvang en samenstelling daarvan, van de inhoud van de brief op de hoogte en is de vennootschap aldus voldoende in de gelegenheid geweest om de bezwaren te onderzoeken en daarop te acteren. [B] kan derhalve worden ontvangen in zijn verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
3.5
Tussen partijen is niet in geschil dat de verhouding tussen [A] en [B] ernstig is verstoord. De gespannen verhouding tussen beiden heeft onder meer geresulteerd in emotionele uitbarstingen, een voornemen van [B] tot het doen van strafrechtelijke aangifte tegen [A] en negatieve uitlatingen van [A] over [B] aan onder meer de belangrijkste klanten van MC International. De Ondernemingskamer constateert dat van enige vorm van zakelijk overleg binnen het bestuur of de algemene vergadering van MC International al geruime tijd geen sprake meer is. Dat er bij MC International noch bij MC Nederland ooit jaarrekeningen zijn opgesteld en vastgesteld wordt niet betwist. Voor zover de Ondernemingskamer op basis van de processtukken kan vaststellen, lijkt MC International bovendien niet over een deugdelijke administratie te beschikken waaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend (art. 2:10 BW). [A] maakt [B] van dit alles een verwijt, maar heeft desgevraagd ter zitting niet kunnen uitleggen op welke wijze hij zelf wel invulling heeft gegeven aan zijn taken en verantwoordelijkheden als bestuurder van MC International.
3.6
Ter onderbouwing van zijn verzoek heeft [A] afschriften van de bankrekeningen van MC International en MC Nederland over de periode april 2019 tot december 2021 overgelegd. Op basis daarvan constateert Ondernemingskamer het volgende:
- er zijn vanaf beide bankrekeningen diverse overboekingen gedaan aan [B] , [A] , andere vennootschappen van [B] en de dochter van [B] . Een deel van die transacties heeft als omschrijving ‘lening’;
- het overgrote deel van de transacties ziet op betalingen van een relatief beperkte omvang die zijn gedaan in winkels en restaurants. De Ondernemingskamer plaatst vraagtekens bij het zakelijke karakter daarvan. Zo zijn er niet alleen veel betalingen verricht bij supermarkten, tankstations en restaurants, maar onder meer ook bij kledingwinkels, een juwelier en dierenspeciaalzaken.
- MC International heeft, naast een licentievergoeding over 2019 van MC Nederland, vrijwel uitsluitend inkomsten ontvangen uit stortingen van een aantal personen die blijkens de omschrijving ieder € 2.000 hebben overgeboekt bij wijze van ‘investering’, ‘inleg’ of ‘agio-storting Magic Coffee Nederland’, zonder dat zij aandelen lijken te hebben ontvangen.
- MC International heeft over het tweede kwartaal van 2019 tot en met het vierde kwartaal van 2020 btw-teruggaven van de Belastingdienst ontvangen van in totaal circa € 16.000, zonder dat is gebleken dat daarmee corresponderende relevante omzet is gemaakt.
Uit een door [B] overgelegd bankafschrift van MC International over de periode januari 2022 tot en met begin mei 2022 blijkt dat MC International gedurende die periode over een negatief banksaldo beschikte.
3.7
Ter zitting heeft [B] erkend dat hij zijn privébestedingen ten laste van MC International en MC Nederland heeft gebracht. Volgens [B] is dat geruime tijd voor zowel [A] als hemzelf de gebruikelijke gang van zaken binnen MC International geweest. Ook [A] heeft erkend gedurende de startperiode van de onderneming privé-uitgaven te hebben gedaan, maar stelt daarmee gestopt te zijn toen hij op een gegeven moment zijn bankpas bij [B] heeft moeten inleveren. Wat daar ook van zij, op grond van beide verklaringen staat vast dat er gelden van de vennootschap ten behoeve van privé-doeleinden zijn gebruikt.
3.8
Voorts heeft [B] ter zitting verklaard dat de aan hem of aan hem gelieerde vennootschappen overgeboekte gelden leningen zijn, die hij conform een in overleg met de aandeelhouders vast te stellen betalingsschema zal moeten terugbetalen. Naar eigen zeggen heeft hij circa € 17.000 van MC Nederland geleend en circa € 18.500 euro van MC International. Enige vorm van schriftelijke vastlegging van bedoelde leningen met bijbehorende afspraken over rente- en aflossingsverplichtingen en zekerheidstelling of van daaraan ten grondslag liggende besluitvorming in het bestuur van MC International en of MC Nederland ontbreekt.
3.9
Met betrekking tot de vanuit MC International verrichte betalingen aan de dochter van [B] hebben MC International en [B] zich op het standpunt gesteld dat deze betalingen een zakelijke grondslag hebben: deze betalingen stelden de dochter in staat om vanaf haar eigen bankrekening ten behoeve van MC International producten in te kopen en hielden daarnaast een vergoeding in voor de door haar verrichte werkzaamheden voor MC International, aldus [B] . Ook hier ontbreekt iedere vorm van administratieve vastlegging, bijvoorbeeld van de aard en de omvang van de ingekochte producten. Dit bevreemdt temeer nu het om relatief grote bedragen gaat en de betalingen met name zijn gedaan vanuit MC International, waarin geen operationele werkzaamheden plaatsvinden.
3.1
[B] heeft ter zitting erkend dat hij over 2019 en 2020 ten onrechte namens MC International en MC Nederland verzoeken om teruggave van omzetbelasting heeft gedaan, terwijl MC International en MC Nederland daar gelet op het gebrek aan omzet geen recht op had. [B] heeft verklaard dat hij inmiddels suppletieaangiften heeft ingediend bij de Belastingdienst en dat MC International en MC Nederland de ten onrechte ontvangen bedragen zullen moeten terugbetalen en mogelijk een boete opgelegd zullen krijgen.
3.11
MC International en MC Nederland beschikken als gevolg van de genoemde onttrekkingen aan de bankrekeningen op dit moment niet over liquide middelen. Terugbetaling door [B] van de gestelde leningen heeft nog niet plaatsgevonden. MC International kan niet aan haar verplichtingen jegens onder meer de Belastingdienst voldoen en de bedrijfsactiviteiten kunnen op dit moment niet worden voortgezet. Het is onduidelijk in hoeverre de negatieve uitlatingen van [A] de relatie met de klanten van MC International en MC Nederland heeft beschadigd, maar de Ondernemingskamer acht het aannemelijk dat dergelijke berichtgeving in ieder geval niet in het belang van de onderneming is geweest.
3.12
Partijen verschillen van mening over de vraag of de door [B] in MC Blends opgestarte activiteiten vergelijkbaar zijn met de activiteiten die MC International in MC Nederland ontplooide en of het idee van één machine waarmee verschillend koffiesoorten kunnen worden gemengd van [A] afkomstig is en aan MC International toebehoort.
3.13
De Ondernemingskamer stelt vast dat het door [B] opgerichte MC Blends met de woorden “Magic Coffee” een naam draagt die sterk vergelijkbaar is met die van MC International en MC Nederland, dat de activiteiten van MC Blends betrekking hebben op de vervaardiging en verkoop van een koffieproduct en dat [A] anders dan [B] geen aandeelhouder van MC Blends is. De Ondernemingskamer acht het dan ook aannemelijk dat in MC Blends activiteiten worden ontplooid die kunnen concurreren met de activiteiten van MC International en MC Nederland. [A] heeft verder een afdruk van een Facebook-pagina overgelegd waarop door MC Blends wordt geadverteerd voor de verkoop van een vloeibaar koffieconcentraat waarmee ijskoffie kan worden gemaakt, dat vergelijkbaar is met het product dat door MC Nederland wordt verkocht. Waarom deze activiteit niet vanuit MC International had kunnen worden ontplooid is onduidelijk gebleven. Wel staat vast dat [B] niet vooraf met [A] heeft overlegd over de intentie om in MC Blends (andere) activiteiten te gaan ontplooien die betrekking hebben op de vervaardiging en verkoop van een koffieproduct. Dit alles doet vermoeden dat [B] ten eigen bate in MC Blends een aan MC International toekomende
corporate opportunityexploiteert die concurreert met de activiteiten van MC International en MC Nederland.
3.14
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer levert al hetgeen hiervoor is vermeld gegronde redenen op om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van MC International, die een onderzoek rechtvaardigen. Zij zal een onderzoek bevelen zoals hierna te vermelden. Het staat de onderzoeker vrij zo nodig de bezwaren die betrekking hebben op MC Nederland in het onderzoek te betrekken.
3.15
De Ondernemingskamer is van oordeel dat de toestand van MC International, zoals die blijkt uit het voorgaande het nodig maakt de navolgende onmiddellijke voorzieningen te treffen. Zij zal [B] en [A] schorsen als bestuurder van MC International en in hun plaats een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder te benoemen. Deze bestuurder zal zich bij de uitoefening van zijn/haar bestuurstaak bij MC International naar eigen inzicht kunnen doen bijstaan door [B] en/of [A] op door hem/haar te bepalen, nader te stellen voorwaarden. De Ondernemingskamer ziet ook aanleiding om de aandelen in MC International met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders ten titel van beheer over te dragen aan een door haar te benoemen beheerder.
3.16
De te benoemen bestuurder en beheerder mogen het ook tot hun taak rekenen te bezien of een minnelijke regeling tussen partijen kan worden bereikt.
3.17
De Ondernemingskamer zal de kosten van het onderzoek en de te benoemen bestuurder en beheerder voor rekening brengen van MC International. In dat kader overweegt de Ondernemingskamer als volgt. Vast staat dat MC International die kosten op dit moment niet kan dragen. Ter zitting heeft [A] toegezegd dat hij bereid is om voor MC International, bij wijze van voorschot ten behoeve van de verzochte onmiddellijke voorzieningen en het onderzoek, een bedrag van € 30.000 te betalen. Tegen die achtergrond zal de Ondernemingskamer de aanwijzing van een beheerder van aandelen voorlopig aanhouden zodat de te benoemen bestuurder zal kunnen vaststellen of MC International naar het oordeel van de bestuurder voor de betaling van de werkzaamheden van de bestuurder en de beheerder voldoende zekerheid heeft gesteld. De bestuurder kan vervolgens op elk moment de Ondernemingskamer verzoeken de beheerder van aandelen aan te wijzen. Indien geen voldoende zekerheid voor de betaling van de kosten van de bestuurder en de beheerder van aandelen kan worden gesteld zal de Ondernemingskamer de desbetreffende onmiddellijke voorzieningen beëindigen.
3.18
De Ondernemingskamer zal ook de aanwijzing van een onderzoeker voorlopig aanhouden om te bezien of al door de te treffen onmiddellijke voorzieningen een oplossing van het geschil kan worden bereikt. Ieder van partijen of de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder en beheerder kan op elk moment de Ondernemingskamer verzoeken de onderzoeker aan te wijzen. Ook hier geldt evenwel dat voldoende zekerheid moet bestaan voor betaling van de kosten van de aan te wijzen onderzoeker. Voor het geval het komt tot aanwijzing van een onderzoeker, zal de Ondernemingskamer de onderzoeker vragen om binnen zes weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen. De Ondernemingskamer zal partijen in dat geval in de gelegenheid stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens het onderzoeksbudget vaststellen.
3.19
Voor het treffen van andere onmiddellijke voorzieningen ziet de Ondernemingskamer voorlopig geen aanleiding.
3.2
De Ondernemingskamer zal MC International en [B] als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen, veroordelen in de kosten van de procedure.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Magic Coffee International B.V. over de periode vanaf 7 januari 2019;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon om het onderzoek te verrichten;
houdt in verband met het bepaalde in 3.18 de vaststelling van het onderzoeksbudget aan en verzoekt de onderzoeker binnen zes weken na de beschikking waarbij hij als onderzoeker wordt aangewezen een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Magic Coffee International B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor het begin van zijn/haar werkzaamheden zekerheid moet stellen;
benoemt mr. A.W.H. Vink tot raadsheer-commissaris, zoals bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW;
schorst, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van de procedure, met ingang van heden [B] en [A] als bestuurders van Magic Coffee International B.V.;
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure - voor zover nodig in afwijking van de statuten - een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van Magic Coffee International B.V.;
bepaalt vooralsnog voor de duur van het geding dat de aandelen in Magic Coffee International B.V. - met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders - met ingang van heden ten titel van beheer zijn overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon;
bepaalt dat het salaris en de kosten van de bestuurder en van de beheerder van aandelen voor rekening komen van Magic Coffee International B.V. en bepaalt dat Magic Coffee International B.V. voor de betaling daarvan ten genoegen van de bestuurder en de beheerder zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van hun werkzaamheden;
veroordeelt Magic Coffee International B.V. en [B] in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van [A] begroot op € 3.685;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. mr. S. ten Have en drs. A.G. Thomassen RT REP, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2022.