ECLI:NL:GHAMS:2022:1934
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging zorgregeling voor minderjarige in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 20 juli 2021, waarin een zorgregeling was vastgesteld. De moeder verzocht om een wijziging van deze zorgregeling, zodat zij vaker en onder andere omstandigheden contact kon hebben met [minderjarige]. De vader en de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI), verzetten zich tegen deze wijziging en vroegen om bekrachtiging van de eerdere beschikking.
De mondelinge behandeling vond plaats op 25 maart 2022, waarbij de moeder, de vader, de GI en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De moeder stelde dat de zorgregeling onduidelijk was en dat de GI te veel beslissingsruimte had. De GI en de vader waren van mening dat een uitbreiding van de zorgregeling op dat moment niet in het belang van [minderjarige] was, gezien haar kwetsbaarheid en de incidenten die zich in het verleden hadden voorgedaan.
Het hof oordeelde dat, hoewel [minderjarige] graag contact heeft met haar moeder, de veiligheid van het kind voorop staat. Het hof concludeerde dat de omstandigheden nog niet zodanig waren dat een wijziging van de zorgregeling gerechtvaardigd was. De eerdere beschikking werd daarom bekrachtigd, en de moeder werd gewezen op de noodzaak van behandeling om herhaling van ongewenst gedrag te voorkomen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.