Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Hindoestaanse feestdagen Holi Phagwa en Divalizal het hof bepalen dat de kinderen deze dagen jaarlijks bij de vrouw zullen verblijven, ook als zij daar ingevolge de reguliere regeling of vakantieregeling niet zouden zijn. Zij zullen op deze feestdagen na school tot de volgende dag naar school bij de vrouw verblijven. Als er geen school is, zullen ze bij de vrouw verblijven vanaf 11.00 uur tot de volgende dag 11.00 uur.
Moeder- en Vaderdagzijn partijen het eens dat de kinderen bij de vrouw, respectievelijk de man verblijven. Het hof zal aldus beslissen en het voorstel van de man volgen dat de kinderen de avond voor deze feestdag om 19.30 uur naar de andere ouder gaan en het voorstel van de vrouw volgen om de kinderen bij de andere ouder te laten blijven tot de maandag naar school.
Tweede Paasdag en Tweede Pinksterdagworden eveneens doorgebracht bij de ouder waar de kinderen in het kader van de reguliere zorg- of vakantieregeling het daaraan voorafgaande Paas- of Pinksterweekend hebben doorgebracht. Als de man als gevolg van deze regeling de kinderen op
Tweede Paas- en Tweede Pinksterdagbij zich heeft, worden zij om 18.00 uur teruggebracht naar de vrouw, als de volgende dag een schooldag is (anders geldt de vakantieregeling). Hiermee wordt naar het oordeel van het hof de voor de kinderen van belang zijnde rust en duidelijkheid gecreëerd.
6.Beslissing
reguliere zorgregelingvast:
woensdagnaar voetbaltraining (waarna zij vertrekt) en haalt de man hen daar op na de training; in het geval er geen voetbaltraining plaatsvindt, haalt de man de kinderen op bij de vrouw thuis om 18.00 uur; zij verblijven in deze weken bij de man tot vrijdag 19.00 uur;
donderdagna school tot maandagochtend naar school bij de man;
zorgregeling voor de vakantiesgeldt al hetgeen is geoordeeld bij 5.12 tot en met 5.16;
zorgregeling voor de verjaar- en feest/gedenkdagengeldt hetgeen is geoordeeld bij 5.17 en 5.18;