ECLI:NL:GHAMS:2022:1926

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
200.045.834/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het bevolen onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen in faillissement van besloten vennootschap [F]

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2022 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap [F], die in staat van faillissement verkeert. De Ondernemingskamer had eerder, op 30 oktober 2009, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [F] en had daarbij verschillende onmiddellijke voorzieningen getroffen. De verzoekers, vertegenwoordigd door mr. J.G. Molenaar, en de curator mr. R.A.M.L. van Oeijen, hebben op 31 mei 2022 aangegeven dat er geen bezwaar bestaat tegen het beëindigen van de zaak. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er sinds de eerdere beschikkingen geen nieuwe ontwikkelingen zijn geweest en dat alle betrokken partijen instemmen met de beëindiging van het onderzoek. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten het bevolen onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorzieningen op te heffen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.045.834/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 1 juni 2022
inzake

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[A],
gevestigd te [....] ,
2.
[B] ,
wonende te [....] ,
3.
[C] ,
wonende te [....] ,
4.
[D],
wonende te [....] ,
5.
[E] ,
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. J.G. Molenaar, kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[F],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
MR. R.A.M.L. VAN OEIJEN, advocaat te Eindhoven, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [F] voornoemd,
BELANGHEBBENDE,
verschenen in persoon.
Verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid als [F] en mr. Van Oeijen.
1.
Het verloop van het geding
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 30 oktober 2009 en 16 november 2009 (verbeterd bij beschikking van 17 november 2009) in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken vanaf 1 januari 2008 van [F] , een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding:
  • [G] geschorst als bestuurder van [F] ;
  • mr. O.J.H.M. van Eijndhoven te Roermond (hierna: Van Eijndhoven) benoemd tot bestuurder van [F] ;
  • bepaalt dat het salaris en de kosten van de OK-bestuurder ten laste komen van [F] en dat zij, dan wel verzoekers, voor de betaling daarvan ten genoegen van de OK-bestuurder vóór de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient of dienen te stellen;
  • [H] geschorst als commissaris van [F] ;
  • de overdracht ten titel van beheer bevolen van de door Holding Fil 419 B.V. en De Stichting Administratiekantoor Salomo gehouden aandelen in [F] aan de OK-bestuurder.
1.3
Desverzocht heeft de Ondernemingskamer op 31 mei 2022 per e-mail van mr. Molenaar en mr. Van Oeijen afzonderlijk het bericht ontvangen dat geen bezwaar bestaat tegen het beëindigen van de zaak. Van Eijndhoven heeft op 31 mei 2022 aan de secretaris van de Ondernemingskamer telefonisch gemeld voorstander van beëindiging te zijn.

2.De gronden van de beslissing

Nu zich al vele jaren geen bij de Ondernemingskamer bekende ontwikkelingen hebben voorgedaan in deze procedure, [F] in staat van faillissement verkeert, mr. Molenaar en mr. Van Oeijen (in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [F] ) hebben gemeld dat geen bezwaar bestaat tegen het beëindigen van de zaak, Van Eijndhoven met het beëindigen daarvan instemt en de Ondernemingskamer niet is gebleken van enig belang dat zich daartegen verzet, zal de Ondernemingskamer het bij beschikking van 30 oktober 2009 bevolen onderzoek beëindigen en de daarbij getroffen onmiddellijke voorzieningen opheffen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden, het bij beschikking van 30 oktober 2009 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [F] ;
heft op, met ingang van heden, de bij beschikking van 30 oktober 2009 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2022.