ECLI:NL:GHAMS:2022:1888

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
28 juni 2022
Zaaknummer
200.303.078/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en de gevolgen van communicatieproblemen tussen ouders

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over hun twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, had geen contact met de kinderen en was daardoor niet in staat om hun ontwikkeling en behoeften te volgen. De communicatie tussen de ouders was al jarenlang slecht, wat leidde tot een situatie waarin de vader herhaaldelijk blokkades opwierp en eisen stelde die de besluitvorming over de kinderen vertraagden. Dit resulteerde in onnodige onzekerheid voor de kinderen, die inmiddels 16 en 17 jaar oud zijn.

De moeder, verweerder in hoger beroep, had op verzoek van de rechtbank het gezamenlijk gezag beëindigd en was belast met het eenhoofdig gezag. De vader verzocht om het gezamenlijk gezag te herstellen, maar het hof oordeelde dat de communicatieproblemen en het gebrek aan contact tussen de vader en de kinderen een onaanvaardbaar risico met zich meebrachten dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders. Het hof concludeerde dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk was dat de vader niet mede met het gezag werd belast, gezien zijn gebrek aan inzicht in hun leven en behoeften.

De rechtbank had terecht het gezamenlijk gezag beëindigd en de moeder met de uitoefening van het gezag belast. Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Deze uitspraak benadrukt het belang van effectieve communicatie tussen ouders in zaken van gezag en de impact daarvan op de ontwikkeling van minderjarigen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.303.078/01
Zaaknummer rechtbank: C/13/702309 / FA RK 21-3281
Beschikking van de meervoudige kamer van 28 juni 2022 inzake
[de vader] ,
wonende te [plaats A] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. S.I. Fonds te Castricum,
en
[de moeder] ,
wonende te [plaats B] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. I. Gorissen te Amsterdam.
Het hof merkt als belanghebbenden in de procedure aan:
- de minderjarige [minderjarige 1] (hierna te noemen: [minderjarige 1] ), en
- de minderjarige [minderjarige 2] (hierna te noemen: [minderjarige 2] ).
Het hof heeft in zijn adviserende taak in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Den Haag,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de raad.

1.Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 8 september 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
De vader is op 19 november 2021 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 8 september 2021.
2.2
De moeder heeft op 2 februari 2022 een verweerschrift ingediend.
2.3
Bij het hof is ook het volgende stuk binnengekomen:
- een bericht van de zijde van de vader van 3 mei 2022 met bijlagen.
2.4.
De minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , hebben ieder hun mening per brief kenbaar gemaakt. De voorzitter heeft op de zitting de inhoud van deze brieven kort en zakelijk samengevat.
2.5
De mondelinge behandeling heeft op 18 mei 2022 plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, en
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.
De raad is met bericht van verhindering niet verschenen.
Beide advocaten hebben een pleitnotitie overgelegd.

3.De feiten

3.1
Uit het inmiddels door echtscheiding ontbonden huwelijk van de moeder en de vader (hierna gezamenlijk te noemen: de ouders) zijn - voor zover hier van belang - geboren:
- [minderjarige 1] , geboren te [plaats B] [in] 2004, en
- [minderjarige 2] , geboren te [plaats B] [in] 2006.
3.2
Tot aan de bestreden beschikking oefenden de ouders gezamenlijk het gezag uit over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] (hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen).
3.3
De kinderen verblijven bij de moeder.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking is op verzoek van de moeder het gezamenlijk gezag van de ouders over de kinderen beëindigd en de moeder belast met het gezag.
4.2
De vader verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen, zodat de vader samen met de moeder met het ouderlijk gezag belast blijft, en de moeder te veroordelen in de proceskosten.
4.3
De moeder verzoekt de vader niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, dan wel het verzoek van de vader af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.

5.De motivering van de beslissing

Wettelijk kader
5.1
Ingevolge artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of van een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen als nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de beslissing op grond waarvan het gezamenlijk gezag is ontstaan van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Een dergelijk verzoek kan worden toegewezen indien er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of indien wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
Standpunten van partijen
5.2
De vader stelt dat het gezamenlijk gezag hersteld moet worden, omdat de kinderen niet klem en verloren dreigen te raken tussen de ouders. De vader heeft nooit zijn gezag gebruikt om een beslissing tegen te houden. Er is weliswaar onenigheid geweest over een meivakantie, maar die perikelen waren niet opvoedkundig van aard. Zelfs als de kinderen klem en verloren dreigen te raken, zou het in stand laten van het gezamenlijk gezag de kinderen het minste schaden. Er is sprake van ouderverstoting. Sinds de bestreden beschikking hebben de kinderen helemaal geen contact meer met de vader. Daardoor is de vader uit hun leven verdwenen, en dat is niet in hun belang.
5.3
De moeder stelt dat het beëindigen van het gezamenlijk gezag noodzakelijk is, omdat de kinderen klem en verloren dreigden te raken. Er zijn structurele en aanhoudende communicatieproblemen tussen de ouders. Sinds de moeder eenhoofdig gezag heeft, hebben de kinderen meer rust in hun leven. Dat de kinderen geen contact hebben met de vader, komt niet door het eenhoofdig gezag. De vader heeft alle gelegenheid om contact op te nemen met de kinderen.
5.4
[minderjarige 2] heeft laten weten dat de beslissing van de rechtbank veel rust in haar leven heeft gebracht en haar een fijn vooruitzicht op de toekomst geeft. [minderjarige 1] heeft laten weten dat hij vindt dat de rechtbank de juiste beslissing heeft genomen.
Oordeel van het hof
5.5
De moeder heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat de communicatie tussen de ouders al jarenlang zeer moeizaam verloopt. Het hof is van oordeel dat de vader zijn toestemming in het verleden afhankelijk maakte van onredelijke eisen. Toen de moeder verzocht om toestemming voor verblijf in het buitenland in de kerstvakantie van 2018 en de meivakantie van 2019, wilde de vader uitsluitend instemmen indien de moeder de
volledigetwee weken van de kerstvakantie respectievelijk meivakantie in het buitenland zou zijn. Toen de moeder in de meivakantie 2019 met de kinderen naar het buitenland wilde vertrekken, schakelde de vader de politie in om te voorkomen dat de moeder en de kinderen konden vertrekken. Daarbij meldde de vader dat hij bereid was alsnog toestemming wilde verlenen, maar alleen indien de moeder excuses aan hem maakte.
5.6
Ook heeft de vader in het verleden pas toestemming gegeven voor het wisselen van huisarts nadat de moeder een procedure tot het verkrijgen van vervangende toestemming was gestart. Door het aanvankelijke uitblijven van toestemming van de vader kon een wisseling van huisarts pas maanden later plaatsvinden.
5.7
De vader heeft ook bij zaken die niet direct op het gezag betrekking hebben zijn medewerking afhankelijk gemaakt van eisen waaraan de moeder moest meewerken. Zo heeft de vader in het verleden de uitvoering van de zorgregeling afhankelijk gesteld van het meegeven van spullen door de moeder, zoals een computer, en ook overigens de kinderen in onzekerheid gelaten over het contact, waarmee hij naar het oordeel van het hof hun belang uit het oog verloor.
5.8
De kinderen hebben inmiddels al langere tijd geen contact meer met hun vader. Tijdens de zitting bij de rechtbank is aan de orde geweest dat beide ouders het wenselijk en nodig vonden dat [minderjarige 2] (psychologische) hulp zou krijgen voor de problemen en het verdriet dat zij ervaart. Daarbij zou tevens worden gekeken naar de mogelijkheden om het contact tussen de vader en [minderjarige 2] , en mogelijk tussen de vader en [minderjarige 1] te herstellen. [minderjarige 2] en [minderjarige 1] hebben vervolgens gesprekken gevoerd bij een (GZ-)psycholoog. Daarna heeft de psycholoog een e-mail gestuurd aan de vader met de mededeling dat de kinderen toe zijn aan contact met de vader en samen met de psycholoog een gesprek met de vader willen voeren. De vader heeft daarop kort samengevat geantwoord, dat het gesprek met de kinderen aangaan te kort door de bocht is. Volgens de vader is een volgende stap dat hij eerst samen met de moeder een hulpverleningstraject aangaat om de oorzaken bloot te leggen. De vader heeft - na een zeer uitgebreide mailwisseling met de psycholoog - ook een e-mail aan de kinderen gestuurd. Daarin schrijft de vader dat hij geen omgang kan hebben met de kinderen, zolang (kort gezegd) het onderliggende patroon niet wordt opgelost, zodat zich niet steeds opnieuw incidenten zullen voordoen. Op de zitting in hoger beroep heeft de vader bevestigd dat hij wel contact wil met de kinderen, maar alleen als hij eerst gesprekken heeft met de moeder over de oorzaak van de problemen. De problemen zijn volgens de vader zo groot, dat gesprekken tussen hem en de kinderen (het hof begrijpt: bij de psycholoog) niet gaan helpen.
5.9
De kinderen zijn thans zestien en zeventien jaar oud. De vader kan hen op hun eigen mobiele telefoon bereiken (en heeft dat in het verleden ook gedaan). Ook heeft de vader de gelegenheid gehad om op verzoek van de kinderen via hun psycholoog met hen in contact te komen. De vader heeft dus alle gelegenheid om zonder tussenkomst van de moeder contact te hebben met de kinderen. Het hof ziet niet in waarom de vader toch een therapeutisch traject met de moeder als voorwaarde voor contact met de kinderen stelt. De kinderen zijn immers bijna volwassen en dus in staat om zelfstandig een relatie met de vader te onderhouden, zonder tussenkomst van hun moeder. De kinderen hebben ook verzocht om contact met de vader bij de psycholoog en dus buiten de moeder om. De vader kiest er echter voor om dat te weigeren en ook niet op andere wijze contact met hen op te nemen.
Omdat de vader – zelf verkozen - geen contact heeft met de kinderen, heeft hij weinig zicht op hun ontwikkeling en behoeften en kan hij hun wensen en meningen niet meewegen bij beslissingen over de kinderen. Dat is wel van groot belang, in het bijzonder gelet op hun leeftijd.
5.1
Het hof komt tot de volgende conclusie. De communicatie tussen ouders is al jarenlang slecht en momenteel nagenoeg afwezig. Uit het dossier is een beeld ontstaan waarbij de moeder zich inspanningen heeft getroost om het contact tussen de vader en kinderen in stand te houden, waarbij de vader steeds weer nieuwe blokkades heeft opgeworpen door het stellen van eisen en langdurige vertraging heeft veroorzaakt bij beslissingen, waardoor de kinderen onnodig lang in onzekerheid verkeerden. Daardoor is er bij gezamenlijk gezag een onaanvaardbaar risico dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders. Het hof verwacht dat dat in de toekomst niet anders gaat zijn, omdat sprake lijkt van een patroon en de vader ook ter zitting in hoger beroep onvoldoende inzicht in, en besef toonde van, zijn aandeel in de ontstane situatie.
Omdat de vader vanwege het ontbreken van contact met de kinderen en inzicht in hun leven hun wensen en meningen bij te nemen gezagsbeslissingen niet kan meewegen, is het ook anderszins in het belang van de kinderen noodzakelijk dat de vader niet mede met het gezag is belast.
De rechtbank heeft dus terecht het gezamenlijk gezag beëindigd en de moeder met de uitoefening van het gezag belast.
5.11
Gelet op deze uitkomst ziet het hof geen reden om de moeder te veroordelen in de proceskosten, zoals de vader heeft verzocht.

6.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking;
compenseert de kosten van het geding in hoger beroep in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mw. mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, mr. J.M. van Baardewijk en mr. T.M. Subelack, in tegenwoordigheid van de griffier en is op 28 juni 2022 uitgesproken in het openbaar door de oudste raadsheer.