Uitspraak
mr. R.A. van Huussen, kantoorhoudende te Veenendaal,
mr. R.J. van der Ham, kantoorhoudende te Amsterdam.
- verzoeker als de ondernemingsraad;
- verweerster als Lantor;
- Cathay Investments Ltd als Cathay;
- Euroresins Benelux B.V. als Euroresins Benelux;
- Euroresins UK Ltd als Euroresins UK;
- [A] als [A] ;
- [B] als [B] ;
- [C] als [C] .
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
non-wovens(ook wel vliezen genoemd) ten behoeve van onder meer de kabel- en composietindustrie. De producten voor de composietindustrie worden door Lantor wereldwijd verhandeld via circa 60 distributeurs.
Nordics) worden de composietproducten van Lantor verhandeld door niet gelieerde entiteiten uit de IMCD Group en de Gazechim Group.
Nordics.
Companies A and B have the same shareholder.
Company A makes a product.
Company B is a distributor of similar products.
But company A chooses to use a distributor that is a major competitor of B.
Works Council Advice
The distributorships in question generate approximately 5% only of the consolidated turnover of Lantor.
I am told that the Works Council has not historically given advice on changes of distributors and certainly that seems to have been the case since I have been involved. For example, I do not believe that the Works council gave advise in the following recent cases:
Change of distributor in China when Sino Composites was changed;
Removal of exclusivity from T&T Metalli in Italy;
Removal of exclusivity from MC Technics (a subsidiary of Gazechim) in the Benelux region; and
Appointment of Euroresins as exclusive distributor in the UK (at the expense of Gazechim).
3.De gronden van de beslissing
Linge Ziekenhuis)) meebrengt dat (a) de ondernemingsraad niet hoeft te wachten op (mededeling van) het genomen besluit alvorens beroep in te stellen op de grond dat ten onrechte geen advies is gevraagd en (b) de ondernemingsraad niet uitsluitend is aangewezen op een verzoek tot nakoming op de voet van artikel 36 WOR (vgl. OK 28 oktober 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2871).
Nordicsook al uitvoering gegeven aan dat besluit. In de rest van Europa moet nog uitvoering worden gegeven aan het besluit. Lantor heeft hiertegenover gesteld dat geen sprake is van een besluit en dat het slechts om een
voornemengaat om Euroresins tot exclusief distributeur in de
Nordicste benoemen. Het voorgenomen besluit zou bovendien enkel strekken tot een wijziging van de distributeurschappen in de
Nordicsen niet ook in de rest van Europa. Het beroep van de ondernemingsraad is daarom volgen Lantor prematuur en de verzoeken zouden om die reden moeten worden afgewezen.
Nordicsof dat het, zoals de ondernemingsraad betoogt, deels al is uitgevoerd en ook de distributeurschappen in de rest van Europa betreft.
the distributorships in question generate approximately 5% only of the consolidated turnover of Lantor”.De Ondernemingskamer neemt verder in aanmerking dat de keuze om voor de verkoop van haar producten al dan niet gebruik te maken van een specifieke distributeur, in de kern een commerciële beslissing is die past in de normale bedrijfsvoering van Lantor en dat die keuze in beginsel is voorbehouden aan Lantor als ondernemer. Lantor heeft tegen deze achtergrond ook onweersproken gesteld dat zij in het verleden met een zekere regelmaat van distributeur is gewisseld, dat daarbij de ondernemingsraad nooit om advies is gevraagd en dat de ondernemingsraad daar ook niet eerder om heeft verzocht.
non-wovens,die past binnen de normale bedrijfsvoering van Lantor. Om die reden is de Ondernemingskamer van oordeel dat het (voorgenomen) besluit niet kan worden aangemerkt als een besluit tot het aangaan van, het aanbrengen van een belangrijke wijziging in of het verbreken van duurzame samenwerking met een andere onderneming in de zin van artikel 25 lid 1 sub b WOR en dat het (voorgenomen) besluit ook geen belangrijke wijziging inhoudt van de werkzaamheden van Lantor in de zin van artikel 25 lid 1 sub d WOR. Dit betekent dat Lantor de ondernemingsraad niet in de gelegenheid hoefde te stellen advies uit te brengen over het (voorgenomen) besluit van 12 oktober 2021. Het feit dat Lantor geen advies heeft gevraagd kan daarom niet tot het oordeel kan leiden dat zij bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het (voorgenomen) besluit van 12 oktober 2021.