In deze zaak heeft EcoReno B.V. herroeping verzocht van eerdere arresten van het Gerechtshof Amsterdam, waarin werd geoordeeld dat EcoReno onder de werkingssfeer van de verplichtstelling van het bedrijfstakpensioenfonds voor de bouw (Bpf Bouw) en de algemeen verbindend verklaarde cao BTER valt. EcoReno, een bedrijf dat zich bezighoudt met asbestverwijdering, betoogde dat bij de vaststelling van de representativiteit van de betrokken werkgevers en werknemers ongebonden partijen buiten beschouwing waren gelaten. Dit zou volgens EcoReno hebben geleid tot een onjuiste beslissing over hun verplichtingen tot premiebetaling over een periode in het verleden. Het hof heeft in eerdere arresten geoordeeld dat EcoReno vanaf 1 januari 2007 onder de werkingssfeer van de cao's valt en heeft hen veroordeeld tot het aanleveren van loon- en premiegegevens. In het huidige geding heeft EcoReno aangevoerd dat de Fondsen, die de verplichtstelling en cao's vertegenwoordigen, bedrog hebben gepleegd door onjuiste representativiteitsgegevens aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te verstrekken. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van bedrog en dat EcoReno niet tijdig heeft gereageerd op de relevante gegevens. De vordering tot herroeping is afgewezen, evenals de provisionele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het eerdere arrest. EcoReno is veroordeeld in de proceskosten.