Uitspraak
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 17 juni 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-074405-21 (zaak A), en
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 juni 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-157983-21 (zaak B), tegen
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnissen waarvan beroep
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
- in zaak A veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, indien niet naar behoren voldaan te vervangen door 15 dagen hechtenis;
- in zaak B veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 weken met aftrek van het voorarrest, waarvan 5 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, onder het stellen van bijzondere voorwaarden, en met oplegging van een vrijheidsbenemende maatregel, inhoudende een contact- en een gebiedsverbod voor de duur van één jaar, waarbij is bepaald dat die maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
- een gevangenisstraf van 12 weken met aftrek van het voorarrest, waarvan 9 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest en onder het stellen van bijzondere voorwaarden;
- een taakstraf van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis;
- een vrijheidsbenemende maatregel inhoudende een contact- en een gebiedsverbod voor de duur van twee jaren.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) weken.
5 (vijf) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 juni 2022.