ECLI:NL:GHAMS:2022:1638
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing in omgangsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een moeder en haar twee minderjarige kinderen. De moeder had verzocht om de vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) die de omgang met de kinderen had beperkt. De kinderrechter had dit verzoek eerder afgewezen, en het hof heeft deze beslissing nu bekrachtigd. Het hof oordeelt dat de GI de schriftelijke aanwijzing toereikend heeft gemotiveerd en voldoende heeft onderbouwd. De omgangsfrequentie is vastgesteld op één omgangsmoment per kind per maand, wat het hof in het belang van de kinderen acht. De moeder heeft begrip voor de wens om meer tijd met de kinderen door te brengen, maar het hof concludeert dat de huidige regeling de kinderen meer rust en stabiliteit biedt. De kinderen zijn sinds januari 2019 uit huis geplaatst en wonen bij hun grootouders. De omgangsregeling is in het verleden al meerdere keren aangepast, en de GI heeft geadviseerd om de contacten te beperken om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. Het hof heeft ook rekening gehouden met de positieve ontwikkelingen in de situatie van de kinderen, maar oordeelt dat uitbreiding van de omgangscontacten op dit moment niet in hun belang is. De beslissing van het hof is dat de bestreden beschikking wordt bekrachtigd, en het verzoek van de moeder wordt afgewezen.