In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1987 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was beschuldigd van diefstal in vereniging. De tenlastelegging betrof een incident op 5 september 2021, waarbij de verdachte samen met twee medeverdachten een horloge van een voor hen kwetsbaar slachtoffer heeft weggenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn medeverdachten, op een gecoördineerde wijze heeft gehandeld om de diefstal te plegen. De betrokkenheid van de verdachte werd bewezen door het gedrag van de medeverdachten en de verdachte zelf, die samenwerkten om het slachtoffer af te leiden en het horloge te stelen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken, met aftrek van voorarrest. De straf is opgelegd met inachtneming van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, waarbij het hof ook de impact van het misdrijf op de slachtoffers heeft meegewogen. De verdachte is strafbaar verklaard voor de diefstal door twee of meer verenigde personen, zoals vastgelegd in de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.