ECLI:NL:GHAMS:2022:16

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 januari 2022
Publicatiedatum
5 januari 2022
Zaaknummer
23-002501-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid verdachte in hoger beroep na intrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 2 september 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1971, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 22 december 2021 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep. Dit verzoek was gebaseerd op de akte van intrekking van het hoger beroep, die op 9 december 2021 was ingediend. De verdachte had aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven, maar de intrekking was niet meer mogelijk omdat het onderzoek ter terechtzitting al was aangevangen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen belang meer had bij de behandeling van het hoger beroep en dat er geen rechtens te respecteren belangen waren die een nader onderzoek rechtvaardigden. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op de openbare terechtzitting van 22 december 2021, waarbij mr. Kuiper niet in staat was het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002501-21
datum uitspraak: 22 december 2021
Tegenspraak (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 2 september 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-222098-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
adres: [adres]
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 december 2021.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 9 december 2021 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Intrekking van het hoger beroep is niet meer mogelijk, nu het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op een eerdere zitting van het hof is aangevangen. Nu de verdachte geen belang meer stelt in behandeling van het hoger beroep en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak in hoger beroep, zal de verdachte daarin, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. R. Kuiper en mr. J.J.J. Schols, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 december 2021.
Mr. Kuiper is buiten staat dit arrest te ondertekenen.