3.1.De rechtbank heeft in het in deze zaak gewezen tussenvonnis van 4 december 2019, onder 2 (2.1 tot en met 2.12) feiten opgesomd die tussen partijen vaststaan. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en binden dus ook het hof (met dien verstande dat het hof rekening houdt met de betwisting door DRH c.s. dat [appellant sub 7] en [appellant sub 6] hun voorschotten aan VCP hebben terugbetaald, zoals de rechtbank in rov. 2.4, slot, heeft overwogen).
Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen deze vaststaande feiten neer op het volgende.
( i) VCP is in 2009 opgericht door [geïntimeerde sub 2] en [X] . Zij hielden ieder de helft van de aandelen in VCP, [geïntimeerde sub 2] via Dutch Realty Capital BV (later: DRH) en [X] via Rosenborg Management. [appellant sub 6] en [appellant sub 7] zijn later toegetreden als (indirect) bestuurder van VCP en eveneens aandelen in VCP gaan houden.
(ii) In de periode van 2012 t/m 2015 heeft VCP zeven woningbouwprojecten in de Verenigde Staten opgezet, te weten Vinings Lake Haven, Vinings Creekside Houston, Vinings Inman Park, Glenridge One, Weatherby Partners, VREP Forkner en Michigan Student Housing.
Voor ieder project is een afzonderlijke Amerikaanse projectvennootschap opgericht. De aandelen in deze projectvennootschappen worden gehouden door Vinings Real Estate Partners LLC, een joint venture waarin Vinings International Inc en Kamroe ieder de helft van de aandelen houden. De aandelen in Vinings International Inc worden gehouden door VCP.
(iii) VCP biedt beleggers de mogelijkheid om in de woningbouwprojecten in de Verenigde Staten te investeren, door middel van individuele obligatieleningen aan de projectvennootschappen.
(iv) In 2015 is [geïntimeerde sub 2] teruggetreden als bestuurder van VCP. Hij heeft zijn aandelen in VCP op 17 juli 2015 aan VCP overgedragen. In verband hiermee is op 8 juli 2015 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Art. 8 van deze overeenkomst luidt als volgt:
“Ten aanzien van de winstdeling op de lopende projecten is het volgende overeengekomen:
a. DRH en/of de heer [geïntimeerde sub 2] ontvangt een voorschot op de verdiensten van de projecten onder 8b als ware hij partner. Onder verdiensten tenminste te verstaan: start fee/equity fee, management fee in de looptijd en winstdeling bij afronden doch na aftrek van directe en indirecte kosten, één en ander verminderd met haar aandeel in de aan het betreffende project gebruikelijk toe te rekenen directe en indirecte bedrijfskosten.
b. Als lopende projecten zijn gedefinieerd: Vinings Lake Haven, Inc., Vinings Inman Park, Inc., Vinings Creekside Houston, Inc., Glenridge One, LLC, VREP Forkner, LLC, Weatherby Partners, LLC en Michigan Student Housing, LLC
.
c. De gebruikelijke korting (lees 1/5 deel) is ten aanzien van het deel van DRH slechts proportioneel 50% van toepassing, en bedraagt derhalve 10%.
d. De grondslag voor de berekening van het winstaandeel van DRH als ook het moment van feitelijke betaling (voor zover nog niet bevoorschot, zie lid 8e. hierna) zal gelijk zijn aan dat voor de achterblijvende aandeelhouders/partners in Vinings.
e. Als voorschot op de toekomstige verdiensten is een bedrag overeengekomen van US$ 150.000
(zegge: honderdvijftigduizend US-dollar).
f. Van dit bedrag wordt US$ 106.000 (zegge: honderd zesduizend US-dollar) betaald bij levering van de aandelen zoals genoemd in punt 3.
g. US$ 44.000 (zegge: vierenveertigduizend US-dollar) komt beschikbaar zodra Vinings Real Estate Partners, LLC (lees: de JV) heeft vastgesteld dat het project Michigan Student Housing geen additionele funding nodig heeft en de aan Vinings toekomende equity fee vrij valt. Het besluit ter zake wordt eind 2de kwartaal 2016 verwacht.
h. Terugbetaling van het voorschot vind plaats door vrijgevallen verdiensten, welke toekomen aan
DRH, eerst te verrekenen met het voorschot. DRH geeft door ondertekening van deze overeenkomst Vinings de onherroepelijke volmacht deze afboeking intern te regelen en te administreren. DRH verplicht zich indien relevant op verzoek en per omgaande documenten zoals facturen aan Vinings
te leveren.
i. Bij eventueel tussentijds overlijden van [geïntimeerde sub 2] worden de hem toekomende verdiensten zoals onder “a” beschreven, onder aftrek van eventueel nog te verrekenen (restant) voorschot, uitgekeerd aan DRH.
j. Voor de financiële recapitulatie van dit artikel wordt verwezen naar artikel 10.”
( v) Bij gelegenheid van de levering van de aandelen is aan [geïntimeerde sub 2] een voorschot op toekomstige verdiensten betaald ter hoogte van USD 106.000. Eerder had [geïntimeerde sub 2] al voorschotten ontvangen die specifiek waren geëtiketteerd als voorschotten op de verdiensten in het woningbouwproject Vinings Inman Park en Vinings Lake Haven.
Ook de achtergebleven partners hebben voorschotten ontvangen, maar deze voorschotten zijn later geherinvesteerd in het woningbouwproject Michigan Student Housing. Deze investering is verloren gegaan.
(vi) Ook [X] is inmiddels uitgetreden en ook hij heeft zijn aandelen overgedragen aan VCP.
(vii) In februari 2017 waren vier van de zeven woningbouwprojecten afgerond met een (positief) resultaat, te weten Vinings Lake Haven, Vinings Creekside Houston, Vinings Inman Park en Glenridge One. In de periode van januari 2017 tot en met juni 2017 heeft [geïntimeerde sub 2] VCP c.s. diverse malen om betaling van zijn aandeel in de verdiensten van deze vier projecten gevraagd, maar VCP c.s. zijn niet op deze verzoeken ingegaan.
(viii) Op 19 juni 2017 hebben partijen HarveyBloom opgedragen om tussen DRH c.s. en VCP c.s. te bemiddelen. HarveyBloom heeft op 17 oktober 2017 een bindend deeladvies gegeven, dat betrekking heeft op de berekening van de resultaten van de woningbouwprojecten, het aan VCP toekomende aandeel daarin en het aan VCP toekomende resultaat uit de woningbouwprojecten Vinings Lake Haven en Vinings Inman Park. HarveyBloom heeft het (onder de partners te verdelen) resultaat in Vinings Lake Haven bepaald op USD 479.866 en in Vinings Inman Park op USD 214.432.
(ix) Bij brief van 7 december 2017 heeft HarveyBloom haar bindend deeladvies gecorrigeerd en aangevuld, en voorgesteld om de lopende bemiddeling tussen DRH c.s. en VCP c.s. voort te zetten en af te ronden. Op dit voorstel zijn partijen niet ingegaan.
( x) Bij brief van 8 mei 2018 heeft [geïntimeerde sub 2] VCP c.s. gesommeerd om hem zijn aandeel in de verdiensten te betalen en hun verzocht om hem hun berekeningen van de afgeronde projecten en overige informatie te verstrekken. VCP c.s. hebben geantwoord dat [geïntimeerde sub 2] waarschijnlijk niet betaald kan worden vanwege negatieve resultaten van de andere woningbouwprojecten. Er zijn geen betalingen aan DRH c.s. gedaan.
(xi) [geïntimeerde sub 2] heeft conservatoir beslag doen leggen ten laste van VCP, Nassau Beheer, Rosande Investments, Port des Prés en Hanepoel.