ECLI:NL:GHAMS:2022:1545
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en wijziging van de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen na een echtscheiding. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in eerste aanleg een verzoek ingediend bij de rechtbank Amsterdam, waarbij de man was opgedragen een bijdrage van € 161,- per kind per maand te betalen. De vrouw was het niet eens met deze beslissing en verzocht het hof om de bijdrage te verhogen naar € 302,- per kind per maand, met ingang van 26 mei 2021.
De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen zijn in 2008 gehuwd en hebben vier kinderen. Hun huwelijk is op 19 januari 2021 ontbonden. Bij de echtscheidingsbeschikking was de beslissing over de alimentatie aangehouden in afwachting van de jaarstukken van de man. De man had zijn jaarrekening van 2020 ingediend, waaruit bleek dat hij voldoende draagkracht had om in de behoefte van de kinderen te voorzien. De rechtbank had de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 1.207,- per maand, wat neerkomt op € 302,- per kind per maand.
Het hof oordeelde dat de vrouw in hoger beroep haar verzoek mocht wijzigen of vermeerderen op basis van de wettelijke bepalingen. Het hof concludeerde dat de man, gezien zijn draagkracht, in staat was om de door de vrouw gevraagde bijdrage te betalen. De vrouw ontving een bijstandsuitkering en had geen draagkracht om bij te dragen aan de kosten van de kinderen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de bijdrage vastgesteld op € 302,- per kind per maand, met ingang van 26 mei 2021, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.